Pagina:Album der Natuur 1860.djvu/248

Deze pagina is proefgelezen
222
VERGIFTIGDE HONIG.

was door honig door hommels ingezameld op de alpenroos (Rhododendron ferrugineum en hirsutum).

Zeker is het, dat het eten van de bladen van Rhod. ponticum, Rhod. maximum, van de genoemde alpenrozen en van Kalmia angustifolia voor dieren vergiftig is en dat er zelfs voorbeelden zijn van menschen vergiftigd door het eten van dieren, hazen b.v., die zich met zoodanige planten gevoed hadden.

Dr. barton berigt in de American philosophical Transactions, dat in den herfst en den winter van 1790 de honig, die bij Philadelphia verzameld was, voor velen doodelijk geworden is; weshalve door de Regering een onderzoek in het werk gesteld is, waarbij het gebleken is, dat die honig hoofdzakelijk op Kalmia latifolia was ingezameld. Nog in veel lateren tijd hebben twee menschen te New-york het leven verloren door het eten van wilden honig. Verder verhaalt barton, dat eenige personen, welke hunne bijenkorven uit Pensylvanië overgebragt hadden naar de New-jerseij-eilanden, waar de Kalmia angustifolia toen heerlijk bloeide, hunnen daar gewonnen honig niet konden verkoopen, omdat hij bleek bedwelmende eigenschappen te bezitten. Voor de bijen zelve scheen die honig onschadelijk te zijn.

Alle de bovengenoemde planten nu behooren tot de Heideachtigen en onder deze noemt barton daarenboven nog Kalmia hirsuta, Rhododendron maximum (die in onze tuinen niet minder algemeen is dan Rhod. ponticum), Azalea nudiflora en Andromeda Mariana, welke alle schadelijke eigenschappen aan den honig zouden mededeelen.

Alefeld (Agron. Zeitung t.a. pl.) kent geene zekere gevallen van vergiftigden honig, die op andere planten zoude zijn ingezameld. Integendeel! Hij kweekt sinds vele jaren in zijnen tuin Bilzenkruid en Belladonna, in zulk eene groote hoeveelheid, dat duizende bloemen soms tegelijkertijd open waren en gestadig door zijne bijen bezocht werden, zonder dat hij ooit eenige nadeelige eigenschap aan den honig, door deze bijen verzameld, had kunnen bespeuren.

 
v. H.