Pagina:Album der Natuur 1860.djvu/288

Deze pagina is proefgelezen
262
ALCHEMIE.

elkander in betrekking hebben gestaan als leermeesters en leerlingen. Het is daarom dat ik uit het groote aantal beroemde en beruchte alchemisten dezen heb uitgekozen om er kortelijk van te gewagen.

Een Enkhuizer schipper, jakob hanssen genaamd, werd in den zomer van 1601 op de noordzee door een storm overvallen en naar de kust van Schotland gedreven. Een daar wonend landeigenaar, seton of seaton genaamd, nam, na zich tot redding van het schip en de manschap veel moeite gegeven te hebben, den schipper in zijn huis op en verschafte hem de middelen om zijn schip te herstellen. Beide mannen werden vrienden en beloofden elkander weder te zullen opzoeken. Reeds in 't volgend voorjaar kwam de Schot te Enkhuizen en bleef eenige weken bij hanssen, wien hij in een vertrouwelijk gesprek ontdekte, dat hij de kunst verstond om de metalen te veredelen. Om zijn gastheer te overtuigen, tingeerde hij den 13 Maart 1602, 's namiddags ten 4 ure, een stuk lood in goud, graveerde daarop den datum en het uur der projectie en vereerde het aan hanssen tot een aandenken. Hiervan schonk hanssen een gedeelte aan zijnen arts, Dr. van der linden, en dit goud was 50 jaren later nog in het bezit van den kleinzoon van dezen, Dr. johannes antonides van der linden te Amsterdam. Van Enkhuizen ging seton naar Amsterdam en Rotterdam, in welke beide steden hij gezegd wordt projectiën gedaan te hebben, waarvan echter geene nadere bijzonderheden bekend zijn. Van Rotterdam vertrok hij over zee naar Italië.

Dit alles verhaalt morhof in een brief over de transmutatie der metalen. Hetgeen nu volgt vindt men in eene verhandeling van johan wolfgang dienheim, Dr. in de regten en de geneeskunde, en Professor te Freiburg in Breisgau.

Dienheim verhaalt, dat hij, in 1603 van Rome naar Duitschland terugkeerende, onderweg tot reisgenoot kreeg een bedaagd, verstandig en zeer bescheiden man, klein van statuur, opgeruimd van humeur, gekleed in zwarte gebloemde zijde en vergezeld door een knecht, die zich onderscheidde door zijn buitengemeen rood haar en baard. De