een protokol bestaat, onderteekend door een graaf von würben und freudenthal, een vrijheer von metternich, een graaf von metternich, en den vorstelijk Schwarzburgschen hofraad panzer; 3) eene verandering van al het op het kasteel Tankenstein in het Odenwald voorhandene zilverwerk in goud, verrigt door eenen vreemdeling, die op zekeren avond van de bewoneres van dat kasteel, de gravin von erbach, nachtverblijf verzocht en verkregen had. Deze transmutatie gaf bijna aanleiding tot een proces, daar de gemaal der gravin, van wien zij gescheiden leefde, de helft van het goud verlangde. De juridische faculteit de Leipzig gaf in Augustus 1725 in deze zaak een advies ten voordeele der gravin.
Veel vroeger hadden de projectiën, door laskaris in tegenwoordigheid van den grafelijk Westerburgschen raad liebknecht verrigt, van van welke de gebruikte kroezen nog te Jena moeten voorhanden zijn, en eene andere ten huize van den goudsmid stolle, te Leipzig, door hem gedane proefneming zeer de aandacht getrokken.
In het tweede vierendeel der achttiende eeuw verdwijnt laskaris, zonder dat men weet of zelfs kan gissen, waar hij gebleven is.
De laatste alchemist van het vijftal, dat door schmieder geacht wordt uit ware adepten bestaan te hebben, is sehfeld, van wiens leven wij slechts eene periode van niet langen duur kennen, daar hij zich weldra geheel terug trok. Hij was een Oostenrijker, had zich van der jeugd af aan met alchemie bezig gehouden en, daar hij onbemiddeld was, in dienst van eenige liefhebbers der kunst gearbeid, doch zonder vrucht. Hij verliet zijn vaderland en bragt acht of tien jaren in den vreemde door.
Na zijn terugkeer in 1745 of 1746 bezocht hij het bad Rodaun bij Weenen, en dewijl het hem daar beviel, zette hij zich voor goed ten huize van den badmeester friedrich neder. In tegenwoordigheid van dezen veranderde hij nu een pond tin in goud, dat friedrich naar Weenen bij den Muntwaradijn bragt, die het voor den prijs van fijn goud van hem kocht.
Van friedrich en van de vrouw en dochters van dezen de belofte van geheimhouding ontvangen hebbende, ging hij nu ijverig aan het werk. Altijd was tin het onedele metaal, dat hij in goud tingeerde,