Pagina:Album der Natuur 1860.djvu/308

Deze pagina is proefgelezen
282
DE BOUWKUNST DER DIEREN.

vermogens van zijnen geest zijn, maar niet de marionettenpop, welke door de draden der verbeelding met haar gevolg van blinde hartstogten, neigingen en lusten, dweeperij en bijgeloof, wordt in beweging gebragt. Het is daarom, dat het zich bezig houden met den zoogenaamden tafeldans, klopgeesten en andere dergelijke zaken geenszins zoo onschuldig is, als het oppervlakkig schijnt, omdat de verbeelding dreigt het verstand op een dwaalspoor te brengen, en de ondervinding leert, dat in onze zich verlicht noemende negentiende eeuw nog menigeen aan dit gevaar is blootgesteld.

Doch welligt beschuldigen mij mijne lezers reeds van zelf door mijne verbeelding te worden medegesleept en geheel af te wijken van het pad, dat ik hun voorgesteld heb met mij in te slaan. Welk verband toch is er tusschen de verbeelding, die iemand in den waan brengt, dat eene tafel een bezield wezen is, en de bouwkunst der dieren?

Geduld slechts, dit verband zal weldra blijken. Ik moet mijne lezers slechts verzoeken mij met hunne aandacht nog eenige oogenblikken langer te willen volgen.

Ik heb bij voorkeur tot hiertoe alleen van menschelijke handelingen gesproken, omdat wij over de drijfveêren daarvan eigenlijk alleen met zekerheid kunnen oordeelen. Nu zagen wij, dat onder die menschelijke handelingen, zelfs onder diegene, waaraan wij het kenmerk der doelmatigheid geenszins kunnen ontzeggen, verscheidene zijn, die geschieden kunnen zonder dat de handelende persoon zich daarvan bewust is. Alle de tot hiertoe genoemde handelingen veronderstelden echter reeds eene zekere ondervinding en oefening van de spieren, die de beweging te voorschijn roepen. Maar ook het denkbeeld, dat door die beweging verwerkelijkt moet worden, is niet op eens ontstaan. Het voor den geest zwevende beeld, b.v. van de toonen, die een muziekstuk vormen, van de lijnen en tinten, die een landschap terug roepen, van de honderde steken, die eene breikous daar zullen stellen, is het voortbrengsel eener vroeger, dikwerf met veel moeite verkregen ervaring.

Anders echter is het met sommige andere handelingen, die noch ervaring, noch oefening vorderen, maar waartoe de geschiktheid in-