Pagina:Album der Natuur 1860.djvu/345

Deze pagina is proefgelezen
317
DE JAGT OP DEN DUIVELSVISCH IN ZUID-KAROLINA.

stof, die men daar "blubber" noemt. Zij worden niet gegeten, maar geven eene goede olie en hunne groote sterkte is door meer dan een wel bewezen geval gebleken.

De jagt op dezen duivelsvisch is een gewoon vermaak van de planters in de nabuurschap van Port-Royalsund. Bay-point is het gewone rendez-vous der jagers, van waar zij, met lansen en harpoenen uitgerust, uittrekken om het wild ten tijde van den hoogsten vloed op te zoeken, wanneer het in de bogten van den oever komt om daar zijn voedsel, kleine kreeften en visschen, op te doen. Als de ebbe aanvangt, trekken de dieren weder naar de opene zee terug, zoodat de tijd, in welken men ze vinden kan, slechts weinige uren op den dag bedraagt. De beweging van den visch is zoo snel en vliegensvlug, dat ieder, die hem eenmaal in zijn zwemmen heeft waargenomen, hem nooit weder met andere visschen zal verwisselen. Somtijds kan men hem in laag water naderen, terwijl hij daar zijn voedsel verteert. De beste gelegenheid echter om naar hem te stooten is, wanneer men in de nabijheid van de plaats, waar hij verdween, bedaard wacht, tot dat hij na voleindigd maal gereed is om naar de opene zee terug te keeren. Hij begint dan eene reeks van buitelingen en geeft den jager de beste kansen om een stoot naar hem te doen. Eerst komen de voelers boven het water te voorschijn, dan de witte buik met vijf kieuw-openingen aan elke zijde (de visch ligt namelijk op den rug), eindelijk komt ook de staart boven. Somtijds gebeurt het, dat de visch bij deze buitelingen niet tot aan de oppervlakte omhoog stijgt; dan kent men zijne tegenwoordigheid aan de kokende beweging van het water, en eenen geoefenden jager gelukt het somtijds zich van eenen visch zelfs op eene diepte van tien tot twaalf voet meester te maken. Als een getroffen is, schiet hij meestal met de grootste snelheid weg, zoodat hij terstond eene lijn van 40 vadem doet afloopen en de boot met zulk eene groote snelheid achter zich aan trekt, als men maar wenschen kan. Als meerdere booten in gezelschap jagen, dan maakt men ze meest aan de voorste vast en de kleine vloot wordt, dan lustig voortgetrokken. Somtijds steken drie tot vier harpoenen in een enkelen visch, en bij zijne pogingen om zich vrij te maken slaat hij dan vreeselijk om zich heen en geeselt de golven op het hevigste