Pagina:Album der Natuur 1860.djvu/354

Deze pagina is proefgelezen
326
DE BOUWKUNST DER DIEREN.

diertje, en deze geschiedt dan nog slechts zeer langzaam. Desniettegenstaande voedt het zich met andere insekten, die oneindig vlugger zijn dan hij zelf. Maar, daar het zijne prooi niet door snelheid kan bereiken, gebruikt het list.

Masker van den Mierenleeuw van de rugzijde en van de buikzijde gezien.

Links: Masker van den Mierenleeuw (Myrmeleon formicarius) van de rugzijde gezien.
Rechts: Masker van den Mierenleeuw van de buikzijde gezien.


Een half en een geheel voltooid kuiltje van den Mierenleeuw.

Een half en een geheel voltooid kuiltje van den Mierenleeuw.

Zoodra namelijk de mierenleeuw uit het ei gekomen is, begint hij de reeds genoemde trechtervormige kuiltjes te graven, door zich achterwaarts in steeds kleiner wordende kringen te bewegen en daarbij het zand met zijnen kop weg te werpen. Bij dit werk is hij schier geheel onder het zand verborgen, terwijl alleen de kop en de kaken daar uitsteken. Treft de mierenleeuw een steentje aan, dat voor