jongen en voor het vergaderde voedsel, de honig. Minder bekend is het, dat er ook bijen zijn, die tot een dergelijk doel bestemde cellen vervaardigen, welke zijn zamengesteld uit zand, klei of kalkgruis en
Metselbij (Anthophora retusa.)
een de kleine korreltjes verbindend cement, met één woord, die ware metselbijen zijn. Er zijn verscheidene soorten (Anthophora parietina, A. retusa, Megachile muraria, Osmia bicornis), die op dien naam aanspraak maken, wier metselwerk in de bijzonderheden telkens nog eenig verschil oplevert, doch in de hoofdzaken overeenstemt.
Buitenwand van het nest eener metselbij.
Cellen van eene metselbij (Anthophora retusa).—Op een derde der natuurlijke grootte.
De gedaante dezer cellen is dan eens als die van een vingerhoed, dan weder eirond, met eene opening aan den top. Zij zoeken daarvoor eene veilige plaats op, door hen te bouwen in spleten van oude
Cellen van andere metselbijen; 1 en 2 van Osmia bicornis tusschen muursteenen; 3 van Megachile muraria in de groeve van een ouden pilaar.—Halve natuurlijke grootte.
muren, vooral in de voegen tusschen tigchelsteenen, waaruit zij de kalk ook wel eerst losmaken en weghalen, iets waardoor deze bijen dan ook wel eens geene onbelangrijke schade kunnen verrigten. De bouwstoffen, zandkorreltjes, kleibrokjes, halen zij soms van betrekkelijk groote afstanden en dragen