in het verschijnsel der zonnevlekken en van de magnetische variatiën. Op den 1 September j.l., omstreeks 11 u. 20 m. s' voormiddags, werd eene plotselinge en zeer schitterende uitstraling van licht, helderder dan de zonneschijf zelve, gezien door twee sterrekundigen, die op verscheidene mijlen van elkander gelijktijdig waarnamen, in een der groote zonnevlekken, die op dien tijd zeer de aandacht trokken. De lichtuitstraling duurde ongeveer 5 tot 6 minuten. Een dezer sterrekundigen, die Kew eenige dagen later bezocht en eene aanteekening van den tijd, waarop hij dit merkwaardig verschijnsel zag, bij zich had, was niet weinig verbaasd, toen hij, bij het beschouwen van de photographische strepen der magnetische instrumenten aldaar, ontdekte, dat juist op hetzelfde oogenblik eene ongeveer even langen tijd durende, zeer aanzienlijke afbuiging had plaats gegrepen in de strepen van elk der drie magnetische elementen."
Elektriciteit in het ei.—John. davy deelde aan de Royal Society te Londen onlangs de uitkomsten eener door hem genomen proef mede, ter ontdekking, of er in een hoender-ei elektrische werking plaats grijpt. Eenen gevoeligen galvanometer gebruikende en eenen gepasten toestel, bevond hij, dat, wanneer een der draden in het eiwit, en de andere, behoorlijk geisoleerd zijnde, alleen met uitzondering van het punt van aanraking, in den dooijer gedoopt werden, de naald 5° afweek, terwijl, bij verwisseling der naalden, de rigting der afwijking werd omgekeerd. Hetzelfde had plaats, nadat het eiwit en de dooijer uit de schaal genomen waren, doch elke afwijking hield op, toen beide goed ondereen waren gemengd.
Ook gelukte het hem duidelijke sporen van chemische werking te verkrijgen, door voor den galvanometer een mengsel van water, stijfselpap en een weinig iodpotassium in plaats te stellen, inzonderheid wanneer dit zeer gevoelig voor verandering was gemaakt door bijvoeging van eenige droppels zoutzuur.
Indien de eijeren versch waren, dan verscheen het vrij geworden iodium aan den pool, die met het eiwit verbonden was; daarentegen bij eijeren, die reeds eenigen tijd oud waren, vertoonde het zich aan den pool, die met den dooijer in verband stond, in beide gevallen dus beantwoordende aan den koperpool van een koper-zinkelement. (Philos. Magaz. 1860, Januarij, p. 155).
Ureum in de organen van Plagiostomen.—Frerichs en städeler hebben ontdekt, dat in schier alle organen der Plagiostomen (Scyllium canicula, Spinax acanthias, Raja Batis, Raja clavata, Torpedo marmorata en Torpedo ocellata), namelijk in de kieuwen, het hart, de lever, de milt, de nieren, het pancreas, de testes, de vochten van het oog, de kristallens en de spieren, eene ruime