daire batterijen, op wier geschiktheid voor de telegraphie jacobi vooreenigen tijd de aandacht had gevestigd. Planté zegt, dat de elektromotorische kracht door de polarisatie van loodplaten in verdund zwavelzuur ontwikkeld, ongeveer twee en een half maal grooter is dan die van geplatiniseerd platina en zes en een half maal grooter dan die van niet geplatiniseerd platina. Deze kracht is dan ook, altijd naar P's. metingen, anderhalf maal grooter dan die van een Bunsen element.
P. vertoonde eene secondaire loodbatterij van 9 elementen, die eene gezamenlijke oppervlakte hadden van 10 vierkante meters. Zij waren tot drie elementen van driedubbele oppervlakte verbonden en werden geladen door ééne serie van 5 kleine Bunsen-elementen, waarvan de ingedompelde zinkoppervlakte slechts 7 duimen hoogte had. Bij de ontlading gaven zij eene vonk "d'une intensité extra-ordinaire." Waren de 9 elementen tot ééne serie verbonden geweest, dan zou men tot de lading een vijftiental Bunsen-elementen noodig hebben, die dan zeer klein zouden kunnen zijn.
P. heeft naar het schijnt de kunstgreep niet gekend, waardoor poggendorff reeds voor vele jaren met behulp van secondaire elementen water heeft ontleed door den stroom van een Grove-element; hij maakt daarvan althans in het geheel geene melding, terwijl, naar onze meening, door deze handelwijze alleen de secondaire elementen voor de telegraphie van beteekenis kunnen worden. Men weet, dat poggendorff de elementen van eene secondaire batterij eerst tot een element vereenigd met het polariserende element in verbinding brengt, ze dan plotseling verbindt tot eene serie van b.v. acht elementen van even zooveel maal kleinere oppervlakte, en dan deze ontlaadt. Deze verandering van verbindingen geschiedt in een oogenblik met behulp van een daartoe door poggendorff aangegeven commutator, die later door muller te Freiburg aanmerkelijk verbeterd is. Zie diens Bericht über die Fortschritte der Physik I, Seite 351 u. f.
Invloed der voeding op de huidkleur. - In een brief aan de quatrefages wijst d'abbadie op den invloed van een uitsluitend dierlijk voedsel op de kleur van den neger. In het zuiden van Nubië voeden zich de negers slechts met vleesch, en zij zijn veel lichter van kleur dan de stammen, die uitsluitend plantaardig voedsel gebruiken. In Kabylië zijn de negers allen slagters, zij eten voortdurend van het vleesch der dieren, dat zij op de markten verkoopen en leven steeds in een dampkring, met uitwasemingen van bloed en vleesch beladen, en zij zijn bijzonder lichtkleurig, hoewel zij overigens in het kroezige haar en alle andere kenteekenen met andere negers volkomen overeenstemmen.