Pagina:Album der Natuur 1861.djvu/125

Deze pagina is proefgelezen
103
HET KEUKENZOUT.

eene kubiek palm verzadigde zoutoplossing ruim 2 ons zwaarder is dan eene gelijke hoeveelheid water. Bij 60 el diepte zal de verzadigde zoutoplossing in de buis reeds 10 el lager staan dan het water er buiten, zoo dit namelijk geen zout inhoudt. In het boorgat bij Minden kan dat verschil buiten en binnen de koperen buis ruim 10 el beloopen. Het is uit de teekening duidelijk, dat bij s het zoogenaamde slot van de pomp of de bodemklep ligt, terwijl de andere klep, bij r, in den beweegbaren zuiger is geplaatst. De diepte van de eerstgenoemde klep regelt zich naar de hoogte, waarop het zoute water in de stijgbuis kan opgevoerd worden, terwijl de pompbuis a b e f eene lengte naar verkiezing kan hebben, mits de stang t v sterk genoeg is om den last van de kolom pekel, die op den zuiger r bij het rijzen rust, te kunnen dragen, en de kracht van stoom of paarden voldoende mag heeten om dien last te tillen. Bij a b vloeit het zoete water in het boorgat, bij t komt het weder voor den dag, na zijne taak, oplossing van het zout, volbragt te hebben.

Wij zien uit deze beschrijving, dat het doel bij die bewerking is, om dezelfde hoeveelheid vocht van meer zout te voorzien. Bij het graderen, waarvan wij thans een overzigt zullen geven, is het doel, om, met behoud van dezelfde hoeveelheid zout, het vocht te verminderen.

De bijgevoegde afbeelding (zie volg. bl.) geeft een deel te zien van een gradeerhuis, zooals wij er in ons land een te Katwijk aan zee hebben bezeten, doch dat sedert eenige jaren is opgeheven.

Te midden van een bak B B', waarin het water wordt opgevangen, en die soms, zooals ook te Katwijk eenmaal het geval was, eenige honderden schreden lang is; staat over de geheele lengte een zeer smal, maar soms 60 tot 70 voet hoog geraamte van latwerk, waartusschen takken of doornstruiken worden gepakt, in de figuur door F aangewezen; hierin is intusschen slechts een gedeelte met takken beladen voorgesteld, opdat men de wijze van plaatsing beter zou kunnen overzien. Boven op dien toestel van latten en takkebossen ligt ook een bak (C), welks bodem met vele gaten is doorboord. Deze bak ontvangt het zoute water, en laat het door de gaten over eene plank loopen, die het als eene dunne, wijd uitgestrekte laag over de takken