dampen, maar ook, onder den vorm van kleine druppels, veel van de oplossing weg, en de zeer uitgebreide oppervlakte van den takkenwand maakt dat verlies nog al aanzienlijk.
Een zeer merkwaardig gradeerwerk vindt men te Schönebeck bij Maagdenburg. De gradeerwand is 6000 voet lang, en daardoor wordt elk jaar gemiddeld 13000 last zout geleverd. Bij sommige inrigtingen wordt door een windmolen, die boven het gradeerwerk is geplaatst, de pekel naar boven in den genoemden bak C gebragt.
Het graderen heeft het voordeel, van niet alleen de oplossing meer te concentreren, zij wordt er ook scheikundig zuiverder, en dus het te winnen zout gezonder door. Want de zoutbronnen bevatten niet alleen opgelost keukenzout, zij dragen ook met zich mede koolzuren- en zwavelzuren kalk of gips, ijzeroxyde, magnesia enz. Van die verschillende ligchamen worden sommigen eer dan het zout afgezet of gekristalliseerd. De gips bij voorbeeld is moeijelijk in water oplosbaar, en heeft dus veel vocht noodig om opgelost te blijven. Bij de verdamping ontstaat er dus weldra, door gebrek aan vocht, onopgelost gips in de oplossing, en deze slaat aan de doornstruiken neder. Zoo gaat het ook met den kalk, die dubbel koolstofzure kalk is. Door de groote uitbreiding en verdeeling toch van de oplossing over de struiken, vervliegt de helft van het koolzuur, en de kalk, alzoo enkel koolzure kalk geworden, is niet meer oplosbaar, en zet zich aan het rijswerk af. Met het koolzure ijzeroxydule is het eveneens gesteld. Het koolzuur, waardoor het oplosbaar was, verdwijnt, en nu slaat het als ijzeroxyde-hydraat neder.
Door dit een en ander ontstaat rondom de takken eene steenachtige massa, eene korst, ongeveer gelijksoortig aan die, welke men in Karlsbad bij den Sprudel aantreft. Daar heet die steen sprudelsteen in de gradeerwerken doornsteen. In Karlsbad geschiedt de vorming van den steen slechts daarom spoediger, omdat het kokend heete water veel meer kalk kan opgelost houden dan koud water, bij de verkoeling zet zich dus aanstonds de steen af. Die stof is voor 't overige zonder waarde.
Wij moeten nu tot de beschouwing van eene andere bezigheid overgaan.