Pagina:Album der Natuur 1861.djvu/135

Deze pagina is proefgelezen
113
HET KEUKENZOUT.

waarin het hoogstens 6 voet en minstens 1 voet hoog staat. In deze ruimte bezinken eerst alle stoffen, die door de beweging des waters er in zwevende waren gebleven. Door een houten koker of kanaal G (gourmas) loopt het water vervolgens in een kleiner reservoir c, c, c (couches), waaruit het door onderaardsche buizen F (faux gourmas) in een lang kanaal M, M (mort) wordt geleid, welk kanaal den geheelen zouttuin aan alle zijden omgeeft. Uit dit kanaal geraakt het water in de putten t, t (tables) en van daar in ruimten m, m, m (muant), die te midden van eene reeks kleinere liggen. Ten laatste loopt het door kanalen b, b, b (brassours) in gezegde kleinere reservoirs a, a, a (aires), waarin het zeezout voor het grootste gedeelte aan de oppervlakte des waters kristalliseert. Het zout wordt nu op de paden verzameld, die de kleine putten van elkander afzonderen. Men begint den arbeid in de maand Maart, en eindigt haar in September. In den aanvang reinigt men eerst den hoofdbak J van alle slib, door eerst de verbinding tusschen de reservoirs m en t af te breken, en het onderaardsche kanaal C (coy) te openen. Het water vloeit nu uit de bekkens af en neemt alle onreinheid mede.—Vervolgens laat men al het water uit a, a naar m vloeijen en ten laatste uit t, t naar a, a.

Nadat de zouttuinen gereinigd zijn, doet men het zeewater weder uit den hoofdbak J naar e stroomen enz.

Om het zeewater uit de putten m door b naar a te leiden, moet men eene houten prop wegnemen, die de doorstroomingsbuis sluit. Staat het water dan in de kleine reservoirs ongeveer 3 nederl. duimen hoog, zoo wordt de prop weder in de opening gestoken. Bij gunstig weder, dat is, wanneer de zon schijnt en het waait, vordert de verdamping zoo snel, dat wekelijks twee tot driemaal, ja somtijds dagelijks, het zout uit de putten a, a kan worden opgezameld. Men stapelt het verkregene zout op, òf tot kegels P (pilots) òf tot pyramiden V (vaches), die men door ze met zeegras te bedekken, tegen den regen beschermt. Laat men die hoopen eenigen tijd liggen, dan trekken de gemakkelijk oplosbare zouten, zooals chloormagnesium en chloorcalcium, in den grond, en het keukenzout blijft tamelijk zuiver achter.

1861.
8