Pagina:Album der Natuur 1861.djvu/157

Deze pagina is proefgelezen
135
HET HUWELIJK DER PLANTEN.

draadvormig gedeelte der meeldraden in één bundeltje vereenigd (fig. 7). Bij erwten, boonen en lathyrus staan alle meeldraden even zoo in één bundeltje, doch één meeldraad staat geheel vrij (fig. 8); terwijl in het hertshooi (Hypericum) en bij de citroenen en oranjes zij, op gelijke wijze, in drie of meer bundeltjes vereenigd voorkomen (fig. 9).—In de groote familie der zamengesteld-bloemigen (Compositae) daarentegen zijn niet de helmdraadjes der meeldraden vereenigd, maar wel de helmknopjes, en het vrouwtje bevindt zich goed beveiligd in hun midden, zoo als een ieder kan waarnemen bij de paardebloemen, zonnebloemen, asters enz. (fig. 10), en eindelijk maken man en vrouw een ligchaam en eene ziel uit, zij zijn zamengegroeid (fig. 11) in de overheerlijke familie der Orchideën, die sieraden der tropische wouden.—Zou men dus wel te veel zeggen, door de planten onder die individuen te rangschikken, welke het minste over eenvormigheid in hun huwelijk te klagen hebben? Ik geloof van neen!

 

't Is mogelijk dat deze of gene vraagt: wie heeft dat alles zoo nagegaan?—Het was de onsterfelijke linnaeus! Voor ruim honderd jaren, in 1735, gaf hij deze beschouwing in het licht, en op dit plantenhuwelijk grondvestte die beroemde Zweed zijn stelsel. Jammer is het, dat men het thans geen geslachtsstelsel meer noemen mag, maar het onder de kunstmatige moet gerekend worden, en te meer is dit jammer, aangezien de gebreken van het stelsel minder in den grondvester liggen, maar hij, als het ware, door de natuur gedwongen werd het zoo te maken en niet anders. Hoe dit ook zij, het stelsel van linnaeus munt nog altijd boven de andere uit door eenvoudigheid en de gemakkelijkheid, waarmede zelfs de oningewijde eene plant tot de eene of andere klasse kan brengen. Hoewel door dezen en genen er kleine veranderingen in gebragt zijn, is het, na ruim honderd jaren bestaan te hebben, nog even bruikbaar als toen, en dreigde voor eenige jaren eene nieuwe ontdekking de totale vernietiging van het geheele stelsel, sedert den laatsten tijd[1] echter is die donkere onweerswolk weder weggevaagd.

  1. Verg. Album der Natuur, 1859, Wetenschappelijk bijblad, pag. 11.