het reeds volgroeide meelknopje om daar een of twee dagen op te rusten, en eerst dan nadert het 't andere, om dit gelijk gunstbewijs te doen deelachtig worden.
Bij planten, in welke de meeldraden met het stampertje of de stampers op de eene of andere wijze vereenigd zijn, kan natuurlijk van geene toenadering, noch van de eene, noch van de andere zijde sprake zijn. Hier moet dus de haar opgelegde verpligting op eene andere wijze vervuld worden, en de algoede natuur heeft ook bij deze op eene treffende wijze voor die vervulling gezorgd.
Zoo wordt b.v. tijdens dat het stuifmeel in de bloem der Neottia Nidus avis, Rich. zijne volkomene ontwikkeling heeft bereikt, de bevruchting mogelijk gemaakt door een klein draadje, dat de rol van koppelaar tusschen meeldraad en stamper op zich neemt. Bij andere Orchideën zijn het weder insekten, die het bevruchtingswerk moeten bevorderen, door in de bloemen het stuifmeel met hunne pootjes op te nemen en het op den stempel te brengen. De bekende vanilleplant (Vanilla aromatica, Sw.) moet in onze warme bewaarkasten altijd kunstmatig bevrucht worden; doch in Brazilië en West-Indië, waar zij in het wild groeit, doen het de insekten. De vanille-cultuur op Java viel niet mede, te vergeefs wachtte men op vruchten; de reden hiervoor was, dat in West-Indië eene zekere soort van insekten op de vanille-bloemen azen, en deze op Java ontbrekende, kon de bevruchting niet plaats hebben. Sedert bevrucht men de vanille-bloemen op Java kunstmatig en dragen de planten overvloedig vruchten. Wij zien het, dat bij vele Orchideën, ook omdat zij doorgaans maar één meeldraad hebben, de wijze van voortplanting aan vele bezwaren onderworpen is; daarom heeft de natuur hen nog, behalve in de bloemen, andere organen gegeven om de instandhouding der soort te verzekeren. Aan den ouden bol namelijk ontwikkelt jaarlijks een jong bolletje; hoe ouder nu de bloeijende bol wordt, des te grooter wordt de jonge; en is de plant uitgebloeid en alles dus van de oude plant tot de aarde wedergekeerd, dan blijft de jonge bol bewaard om op een volgend jaar te bloeijen, weder aan een kind het leven te geven, om eindelijk zelf aan den cyclus der natuur den tol te betalen.—Ook hier dus liggen