Pagina:Album der Natuur 1861.djvu/182

Deze pagina is proefgelezen
156
AUSTRALIË, HET OUDSTE VASTE LAND DER AARDE.

Diprotodon Australis, volgens owen. Daarmede was eene uitgestorvene kolossale diersoort aangewezen, een dier, dat eene hoogte van tien tot zestien voet bereikt moet hebben, en dat onder de voorwereldlijke dieren op een rang staat met de diluviale dikhuiden in Europa. In de verzameling van den heer turner bevond zich ook de schedel van een tweede uitgestorven buideldier van de grootte van eenen rhinoceros, hetwelk tot het door owen beschreven geslacht Nototherium behoort.

«Men kent, zoo als bekend is, ook in Europa uit de oölith van Stonesfield, overblijfselen van fossiele buideldieren, als de overblijfselen der eerste zoogdieren, welke de aarde bevolkten. Ook de beroemde fossiele voetstappen in den bonten zandsteen verklaart men als de sporen van zoogdieren, die tot de klasse der buideldieren behooren, en het is een algemeen aangenomen gevoelen, dat na het einde van het primaire of paleozoïsche tijdperk, bij den aanvang van de secundaire formatie, de eerste zoogdieren te voorschijn traden, en wel de onvolkomenste typus der zoogdieren, namelijk de buideldieren."

«Men heeft even zoo dikwijls daarop opmerkzaam gemaakt, dat het dierenrijk van Australië en insgelijks het plantenrijk karakters en vormen vertoonen, die op eene merkwaardige wijze afwijken van het dieren- en plantenrijk der overige wereldkarakters en vormen, welke de Jura-periode, of in het algemeen de secundaire formatie in Europa kenmerken. Men heeft daarom Australië een vastland genoemd, dat de ontwikkelingsperioden der andere vastlanden niet is doorgegaan. De resultaten der geologische onderzoekingen in Australië schijnen dit gevoelen te bevestigen, maar niet in den zoo algemeen verbreiden, verkeerden zin, dat Australië een jonger vastland zoude zijn, dat al die geologische ontwikkelingsperioden eigenlijk nog had moeten inhalen, maar integendeel in dien zin, dat Australië buiten twijfel het oudste van alle vastlanden der aarde is, hetwelk in zijne tegenwoordige gestalte het vroegste gevormd is geweest, zoodat zijne tegenwoordige dieren- en plantenwereld, in regtstreeksche afstamming, den oudsten stamboom kan aanwijzen."

«Men kent namelijk in Australië tot hiertoe behalve zeer onbeduidende en beperkte tertiaire gronden (van twee plaatsen is dit slechts