Bostrichus typographus, in de ware grootte en vergroot.
Stuk sparrenhout met gangen van Bostrichus typographus.
dan diegene, welke men doorgaans onder den algemeenen naam van Schorskevers zamenvat, ofschoon zeer velen hunne verwoestingen niet enkel tot de schors, maar ook tot in het hout uitstrekken. Het zijn meerendeels kleine, donker gekleurde kevertjes, doch die door hun aantal en doordat niet enkel de larven, maar ook de volkomen insekten zich in de door hen gegraven gangen ophouden, veel schadelijker zijn dan vele andere dieren, wier ligchaam merkelijk grooter is.
Uit de talrijke soorten zij het hier voldoende slechts een paar te noemen, namelijk Scolytes destructor, door welken reeds meermalen groote lanen van ypenboomen geheel vernield zijn geworden, en Bostrichus typographicus, voor wiens aanval soms geheele dennenbosschen bezweken zijn. In 1783. bedroeg het getal dennenboomen in de bosschen van den Hartz, die daardoor vernield werden, meer dan anderhalf milloen. Men treft in eenen enkelen door hen aangetasten boom soms tot 80,000 dezer kleine kevertjes aan.
Opmerkelijk is ook de wijze, waarop zij hunne gangen graven. Men heeft waargenomen, dat zij aan het boorgat in de schors, waardoor zij naar binnen komen,