gevormde bolwerken op elkander gestapeld voor de uitgestrekte kust van een land, dat vier tot zeshonderd meters hoog was. Zijne officieren drongen door dit vreeselijk ijslabyrinth tot een klein eiland door, hetwelk nabij de kust gelegen was. Daar zetten zij den voet op den wal, plantten de driekleurige vlag en namen het land in bezit in naam van den koning van Frankrijk. De kust ligt tusschen de 136 en 142 graden lengte geheel binnen den poolcirkel. De bevelhebber gaf aan dit land den naam van Adélie. Het is een doodsch en woest land; het vertoont geen spoor van plantenleven. Achter de streek van ijs, die de kusten als met een heg omgeeft, ziet het oog niets dan eene eentoonige vlakte van eeuwig ijs, dat de gedaante van den grond slechts door zekere flaauwe schaduwen laat raden.
Men vond zich genoodzaakt van hier een weinig noordwaarts te wenden. Onder den 130 lengte-meridiaan vond dumond d'urville weder eene onoverkomelijke ijsbank, die zich over eene groote lengte uitstrekte en die naar zijn oordeel ergens tegen eene kust moest aanleunen. Hij meende zelfs het land te zien en noemde het Clarie. Echter waren niet alle officieren het hierin met den bevelhebber eens. Men kan zich in de poolstreken zoo gemakkelijk vergissen. Dikwijls is men in verzoeking om zelfs onbewegelijke mistbanken, die op de zee rusten, voor land te houden. Ook dan, als men stoot op een ijsveld van groote afmeting, kan men nog niet volstrekt verzekerd zijn, dat het ergens tegen het land zijn steunpunt moet hebben. Het is wel waar, dat eene diepe zee nooit geheel bevriest en dat de kusten en eilanden de middenpunten zijn, vanwaar de ijsvorming uitgaat. Maar ijsbergen, die op eene ondiepte vast raken, kunnen ook de kernen worden, rondom welke zich ontzaggelijke ijsbanken vast zetten. Somtijds breekt deze massa, die slechts met een enkel punt aan den zeebodem vastzit, den boei, die haar gevangen houdt, rukt zich los en geraakt in beweging. Maar de basis, waarmede zij op den zeegrond vast zit, kan zich ook verbreeden en met de jaren aanwassen en zoo eene hoogte en uitgebreidheid verkrijgen, niet minder dan de ijsbanken, die zich aan de vaste kust hebben aangezet.
Maar in het hier vermelde geval had dumont d'urville gelijk. De Amerikaansche expeditie, die eenigen tijd later deze streken bezocht, heeft zijne ontdekking bevestigd.