velen er een waar genoegen in scheppen aan hunne nesten bevallige, symmetrische vormen te geven en ze tevens op zoo kunstige wijze zamen te stellen, dat netheid en stevigheid van werk daarin gepaard zijn.
Echter komt geenszins aan alle vogels in dit opzigt even groote lof toe. Wij zagen dit reeds bij de loophoenders, en hetzelfde geldt van de hoenderachtige vogels in het algemeen en desgelijks van de duiven. Er is evenwel onder de laatsten ééne soort, wier nest wel is waar even kunsteloos is als dat van andere duiven, daar het slechts uit eenige lagen kruiselings over elkander gelegde takjes bestaat, maar welker nestbouw toch daarom merkwaardig is, omdat deze aanleiding geeft tot een dier tooneelen, welke door hare grootschheid eenen diepen indruk op het gemoed maken. De hier bedoelde vogel is de Noord-Amerikaansche trekduif (Columba migratoria). Geen vogel leeft er, die in talrijkheid van individu's met dezen wedijveren kan. De scharen zijn soms zoo groot, dat zij, over een landschap heenvliegende, in den vollen zin des woords de zon verduisteren, en dat hare nadering zich reeds in de verte door een gedruisch als dat van een stormwind aankondigt. Zij vliegen daarbij zoo snel, dat zij eenen afstand van een uur gaans in drie minuten afleggen. Audubon verhaalt, dat hij in Kentucky eens binnen den tijd van twintig minuten 63 zulke scharen over zijn hoofd zag vliegen, en hij begroot het geheele getal der duiven, welke deze scharen zamenstelden, op ruim 1115 millioenen, dat is weinig minder dan dat der op de geheele aarde levende menschen. Volgens andere mededeelingen zoude dit aantal somtijds nog aanmerkelijk grooter zijn. Men verhaalt van scharen, die een uur breedte besloegen, uit een aantal boven elkander vliegende kolommen bestonden, en welker lengte zoo groot was, dat het twee tot drie dagen duurde, alvorens de laatsten waren overgevlogen. Zulk eene schaar zoude niet minder dan een billioen stuks tellen! Dit trekken dezer scharen van de eene streek naar eene andere geschiedt om eene plek op te zoeken, waar hun gewoon voedsel, bestaande in beukennooten, eikels, kastanjes en andere zaden, weder in overvloed te vinden is, nadat zij op de plaats van hun vroeger verblijf alles wat daarvan voorhanden was verslonden hadden.
Ook gedurende hunnen broedtijd leven deze vogels gezellig. Men