Pagina:Album der Natuur 1861.djvu/410

Deze pagina is proefgelezen
382
DE PAPIERFABRIKANTEN ONDER DE DIEREN.

raat bewaard, welke nagenoeg cirkelrond is, eene middellijn van 40 tot 42 Ned. duimen heeft en meer dan 5000 cellen telt[1]. In enkele gevallen bestaan ook zulke onbedekte nesten uit meer dan eene raat, die onderling door een steeltje verbonden zijn.

Het spreekt van zelf, dat zulke papieren woningen niet bestand zouden zijn tegen den regen, indien daarin niet op eene eigene wijze voorzien was. Wel gebruiken die soorten, welke hare cellen niet loodregt benedenwaarts, maar in eene schuinsche zijdelingsche rigting bouwen, de voorzorg de opening naar die zijde te rigten, vanwaar de minste regen te wachten is, dus, in westelijk Europa, naar het noorden of noordoosten; maar dewijl de zelfstandigheid, waaruit de cellen bestaan, te vergelijken is met ongelijmd papier, zoo zoude deze bij elke regenbui het water opzuigen en zouden de in de cellen bevatte larven of poppen aan het daar door heen filtrerend water zijn blootgesteld. De wespen, die zulke onbedekte nesten bouwen, gebruiken daarom dezelfde voorzorg, welke de mensch in dergelijke gevallen aanwendt.

Nest

Nest van Vespa crabro, in eene boomholte, tot op een derde verkleind.

Zij bekleeden de wanden harer cellen met een soort van vernis, vermoedelijk van dergelijken aard en afkomst als de vroeger genoemde voorwas der bijen. Daardoor worden deze cellen ondoordringbaar voor water, evenals verlakt linnen of als onze tot gelijk doel met caoutchouc doortrokken regenjassen of mantels. Vele andere soorten van wespen gebruiken echter deze voorzorg niet, maar, in plaats daarvan, omgeven zij hare raten met een hulsel, waardoor deze ook tegen den regen beschut zijn. En dat zij zich van het doel, waartoe zij dit hulsel vervaardigen, bewust zijn, blijkt daaruit, dat eene der gemeenste soorten, Vespa crabro, die dan eens in de vrije lucht tegen een boomtak

  1. Waarschijnlijk behoort dit nest aan dezelfde Polistes-soort, waarvan de saussure het nest heeft afgebeeld op pl. XIII van zijn werk, naar een exemplaar in het museum te Parijs, en waarvan, evenals van het hier bewaarde, de afkomst onbekend is.