Pagina:Album der Natuur 1861.djvu/464

Deze pagina is proefgelezen
48
ALBUM DER NATUUR.— WETENSCHAPPELIJK BIJBLAD.

(wie denkt hier niet aan longfellow's Evangeline?); 6000 van deze laatsten werden naar andere koloniën overgebragt, 15000 ontvlugtten naar Canada en er bleven in Acadie 10300 over, die door het verbranden hunner woningen en het wegrooven hunner kudden geruïneerd, lang met vele moeijelijkheden te kampen hadden. Hun getal was in 1763 tot 8500 gezonken. Thans bestaat de Acadische bevolking uit 95,000 zielen, die allen van die 8500 afstammen. Zij is dus in ééne eeuw meer dan vertiendubbeld, zonder behulp van eenige de minste immigratie.

In Canada waren in 1760 iets minder dan 70,000 Franschen, thans is er meer dan een millioen, terwijl nogthans sedert een zestigtal jaren elk jaar 3000 of 4000 Canadiers zich in de Vereenigde Staten gaan nederzetten. Hierop acht slaande, schat rameau het getal der individuen, ontsproten uit de 70,000 Franschen van 1760, thans op minstens 1,600,000. Tusschen 1844 en 1851 is de bevolking van Canada, niettegenstaande de van daar plaats hebbende landverhuizingen, jaarlijks met 4,25 procent vermeerderd. In de Vereenigde Staten is, niettegenstaande den gedurigen en sterken aanvoer van landverhuizers, de bevolking nooit meer dan met 2,90 procent jaarlijks toegenomen. Ook de Engelsche bevolking van Canada, ofschoon door landverhuizing toenemende, groeit veel minder snel aan dan de Fransche.—Bij dit laatste merkt boudin op, dat de verhuizing der Caucasische stammen naar noordelijke streken zeer goed gelukt, maar dat de zuidelijke volken van Europa veel beter in het noorden slagen dan de noordelijke. Vitruvius had dit reeds opgemerkt, en de opmerking van larrey, dat de soldaten uit het zuiden van Frankrijk en uit Italië beter de koude verdroegen dan die uit de noordelijke departementen, hebben haar bevestigd. Rufz voegt daarbij, dat de blanken van de Antillen, die zich in Europa nederzetten, gedurende den eersten winter veel minder hinder van de koude hebben dan de in Europa geborene en opgevoede Europeanen. (Bulletin de la Société d'anthropologie, Tom. I, pag. 324).