Pagina:Album der Natuur 1861.djvu/469

Deze pagina is proefgelezen
53
WETENSCHAPPELIJK BIJBLAD.

Zamenstelling van het zeewater.—Uit een zeer uitvoerig onderzoek van zeewater uit onderscheiden zeeën en van de daarin levende planten en dieren leidt forchhammer af, dat in het zeewater de volgende elementen vertegenwoordigd zijn:
zuurstof,
waterstof,
chlorium,
bromium,
iodium, in de wieren;
fluorium, in de koralen en in de ketelsteenen van stoomschepen, die den oceaan bevaren;
zwavel, als zwavelzuur;
phosphorus, als phosphorzuur;
koolstof, als koolzuur;
silicium, als kiezelzuur;
zilver, in Pocillopora alcicornis,
koper, in planten en schalen van zeedieren;
lood,
zink, in eenige planten, b.v. Zostera marina en Fucus vesiculosus; kobalt, in planten;
nikkel, in planten;
ijzer,
manganium, vooral in Zostera marina;
magnesium, aan chloor, zwavelzuur en koolzuur gebonden;
calcium, aan phosphorzuur, kiezelzuur, zwavelzuur en fluorium gebonden;
strontium, in de asch van wieren, b.v. van Fucus vesiculosus, en in ketelsteenen;
barium, rijkelijk in planten, weinig in schalen van zeedieren;
potassium,
sodium.

Forchhammer betwijfelt de tegenwoordigheid van aluminium. Van bovengenoemde stoffen zijn quantitatief alleen bepaalbaar: chlorium, zwavelzuur, kalk, magnesia, potasch, soda en somtijds kiezelzuur, phosphorzuur, koolzuur en ijzeroxyd. (Bonplandia, 1861, p. 38).

 

Overblijfselen van Elephas Africanus in Sicilië.—Sedert lang zijn overblijfselen van Hyaena en van Hippopotamus, derhalve van diervormen, die thans tot Afrika beperkt zijn, in verschillende grotten in Europa gevonden. Uit de onderzoekingen van grotten op Sicilië is het thans aan den heer anca de