Van tijd tot tijd moet men op nieuw eenig zwavelcyaankalium bij het zwavelzuur druppelen. Zoo als bekend is, is het daarbij zich ontwikkelend gas hoogst vergiftig. (schafgotsen, in Annalen, als boven.)
Nieuwe fossile salamander.—Jokèly heeft in den basalttuf van Altwarnsdorf in Boheme overblijfselen van een batrachiër gevonden, die tot de familie der Salamandridae behoort en zeer veel overeenkomst heeft met den Triton opalinus h. v. meyer, van Leschitz in Boheme. Daar echter het voorste gedeelte des ligchaams en de kop niet gevonden zijn, zoo is het nog niet mogelijk geweest het genus van dit dier vast te stellen. De Triton basalticus, zooals hij door h. v. meyer geheeten is, onderscheidt zich van T. opalinus door dikkere scheenbeenderen, door den vorm der wervelen en hoofdzakelijk door de aanwezigheid van eenen staart, die in T. opalinus ontbreekt. Van Salamandra basaltica van Markersdorf in Boheme onderscheidt Triton basalticus zich door de afmetingen zijner scheen en dijbeenderen.—De bruinkool van den Rijn bevat twee soorten van salamanders (Salamandra ogygia en Triton Noachicus), die beiden onbekend zijn in de analoge tertiaire lagen van Boheme; doch daar Palaeobatrachus Goldfussi in overvloed gevonden wordt, zoowel in de bruinkool van den Rijn als in die van Markersdorf, zoo schijnt het of die twee vormingen voor gelijktijdig gehouden moeten worden. (Quart. Journ. of the Geolog. Soc., Vol. XVI, part. 1.)
Gedegen lood in bazalt werd door Prof. redtenbacher en baron ch. reichenbach gevonden in een stuk op graauwacke gelijkend bazalttuf van Rautenberg. Een groote en vijf of zes kleinere korrels van dat metaal, vrij vast met den steen verbonden, vertoonden alle physische en chemische kenmerken van lood in metaaltoestand. In salpeterzuur opgelost, verkreeg men volkomene kristallen van salpeterzuur lood, zwavelzuur veroorzaakte een wit precipitaat in de oplossing, welke met zwavelammonia zwart werd.
Het voorkomen van gedegen lood is uiterst zeldzaam, de eenige goed bewezene voorbeelden daarvan zijn een stuk met loodoxyde van Perote (Vera-Cruz), door den heer stein naar Europa gebragt, eenige kleine schilfertjes en korreltjes door Dr. ferrenner in 1853 in het goudhoudend zand van Olah Juan (Transsylvanië) ontdekt, en iets dergelijks uit het goudzand van Leontjewsky in den Oeral. (Quart. Journ. of the Geol. Soc., Vol. XVI, part. 1.)
Nieuwe fossile visschen.—Door den heer steindacher zijn eenige nieuwe soorten van fossile visschen beschreven. De eerste daarvan, Aiptichthys pretiosus geheeten, komt voor in de zwarte leijen van Camin in Istria. De tweede,