Pagina:Album der Natuur 1861.djvu/488

Deze pagina is proefgelezen
72
ALBUM DER NATUUR.— WETENSCHAPPELIJK BIJBLAD.

sommige beenderen gegeven te hebben, zooals van het opperarmbeen, de beide beenderen van den voorarm, het dijbeen, het bekken enz., vervolgt hij: "Het is jammer, dat ik geen kop heb kunnen vinden; ik bezit slechts eene tweede valsche kies uit de bovenkaak, die op eene van de thans levende giraffe gelijkt, doch iets kleiner is. De overeenkomst van de ledematen der C. attica met die van de giraffe is groot genoeg om te mogen aannemen, dat de kop en hals eveneens op die van de levende giraffe geleken, doch de analogie doet gelooven, dat zij iets dunner en slanker geweest zijn."

De eenige soorten van fossile giraffen, die men kent, zijn de Camelopardalis biturigum, waarvan men eene kaak gevonden heeft in een put van de stad Issoudun in Berry; en de Camelopardalis affinis en sivalensis, die in Indië door cautlev en falconer gevonden zijn. Echter zijn de overblijfselen dier drie soorten te onvolkomen om met de Camelopardalis attica vergeleken te kunnen worden. (Compt. rendus., Tom. LII, p. 792.)

 

Acteosaurus Tommasinii.Herman von meijer heeft een nieuw fossil reptiel beschreven, gevonden te Comèn in Istria en thans in het stedelijk museum te Triest aanwezig. De wervelen zijn concaaf-convex: daar nu de wervelen van alle Lacertae uit vroegere formatiën, zelfs die uit den lithographischen steen van Solenhofen, op de achterste gewrichtsvlakte niet convex zijn, zoo moet de Acteosaurus Tommasinii (gelijk hij door bovengenoemden geleerde geheeten is) tot het krijt behooren. Hij schijnt groote oyereenkomst te hebben met owen's geslachten Dolichosaurus, Goniosaurus en Raphiosaurus uit het krijt van Engeland. Doch de Acteosaurus is veel kleiner dan de laatstgenoemden, is lang, dun en cylindervormig van ligchaam en had waarschijnlijk een zeer langen hals. Het dier moet eene groote gelijkheid gehad hebben met de hedendaagsche geslachten Pseudopus, Bipes en Ophiosaurus, die slangvormig zijn met onvolkomen ontwikkelde ledematen. Prof. owen zegt, dat zijne Dolichosaurus longicollis, die op dezelfde plaats en op denzelfden tijd met den Acteosaurus Tommasinii gevonden werd, 40 wervelen bezit tusschen den kop en het bekken, en daar nu de Act. Tommasinii slechts 27 wervelen heeft, zoo is het te regt, dat v. meyer een nieuw geslacht van het laatstgenoemde dier vormt. De voorpooten, ofschoon volkomen ontwikkeld, zijn zeer klein. Voor- en achterpooten hebben beide vijf vingers; de vijfde vinger heeft een kootje minder dan die van de hedendaagsche Lacertae en van de analoge vormen uit den lithographischen steen. (Quart. Journ. of the Geol. Soc., Vol. XVI, part. 3.)