indien men over roodgloeijend chloorcalcium waterdamp laat strijken, dit zout geheel ontleed wordt. Daarbij wordt zooveel chloorwaterstofzuur gevormd, dat pelouze aanvankelijk meende, dat deze methode met voordeel in het groot tot bereiding van dit zuur zoude kunnen worden gebezigd. Het is hem echter gebleken, dat dit niet het geval is, omdat, nadat ongeveer de helft van het chloorcalcium ontleed is, de verdere ontleding al trager en moeijelijker wordt, zoodat het gevormde zoutzuur hooger in prijs komt dan dat, hetwelk men door de gewone handelwijze verkrijgt. (Journ. de Pharm. et de Chim., 1861, Juin, p. 50).
Reusachtige goudklomp.—De grootste natuurlijke goudklomp, welke tot hiertoe in Australië, en wel aan den Bakery Hill bij Ballarat, gevonden is, woog 2217 E. oncen of 184 E. ponden en 9 oncen (bijna 69 Ned. ponden). Hij werd den 22 September 1859 te Londen versmolten en leverde voor 8376 pond st., 10 s., 10 d. aan goud, ongeveer beantwoordende aan 100.000 gulden van onze munt. (Tennant, in Report of the 29th Meeting of the Brit. Assoc. Nat., p. 85).
Bepaling van de lengte eener plaats door photographische beelden eener zoneclips. — Tijdens de zoneclips van 7 September 1858 nam liais, die zich toen te Paranagua in Brazilië bevond, eenige photographische afbeeldingen van de zon kort voor en na de totale verduistering. Later onderzocht hij deze beelden naauwkeurig en deed daarop de noodige metingen om daaruit de lengte der plaats te berekenen.
Hij deed zulks naar twee methoden, welker nadere uiteenzetting wij hier echter voorbijgaan. Het zij voldoende hier te vermelden, als een bewijs der bruikbaarheid van de photographie in zulk een geval, dat de resultaten van beide methoden niet meer dan 1",8 van elkander verschilden. De gemiddelde van beide uitkomsten geeft als O. lengte van Greenwich voor Paranagua 48° 23' 6' (Compt. rendus, LIII, p. 29).
Verbetering van den verrekijker bij nevelachtige luchtsgesteldheid.—Dr. j.j. pohl beveelt in zulk een geval het gebruik van een nicol'sch prisma aan, geplaatst hetzij voor of in het oculair. Bij draaijing daarvan kan het in eene stelling worden gebragt, waarbij het gezigtsveld zelf het minst verlicht is en de door onregelmatige terugkaatsing verstrooide lichtstralen niet in het oog geraken, zoodat men, wanneer de nevel niet te digt is, de voorwerpen even duidelijk ziet als bij een heldere lucht. (Polyt. Journ., 1861, CLXI, p. 96.)