waarom wist men niet regt. De speelruimte, dat is de kleine opene ruimte rondom den kogel en de zielwanden, onvermijdelijk bij kogels, die los in de ziel moeten kunnen gerold worden, was wel is waar weggenomen; het huppelen of aanslaan in de ziel was nu belet, er ontsnapte wel geen kruidgas langs den kogel, maar waarom gaven dan ook de regte trekken geen voordeel? De oplossing dezer vraag moest uitgesteld blijven tot de tijden, waarin de wis- en natuurkundigen zich ook over de krijgskunde zouden gelieven te ontfermen, en in afwachting daarvan ging men niettemin voort getrokken geweren, onder de benaming van buksen, te gebruiken.
Voor oorlogspraktijk hadden deze wapenen wel eenig bezwaar, daar het laden slechts langzaam kon geschieden, vooral als de loop inwendig vuil werd door het kruidaanzetsel. Aan enkele uitgelezene manschappen konden deze wapens dus slechts in handen worden gegeven, doch niet aan geheele gelederen.
Niet alleen werden er getrokken geweren gemaakt, maar men voorzag ook kanonnen van trekken, dit bepaalde zich evenwel slechts tot modellen en proeven zeer in het klein. Om behoorlijk de trekken te volgen, moet de kogel een weinig medewerken en dus niet van ijzer, maar van een zachter metaal, zoo als lood, vervaardigd zijn. Het laden echter van groote looden kogels in lange kanonnen, waarbij de kogels in de trekken moesten gedwongen worden, was tijdroovend en bezwaarlijk; het lood is daarbij een vrij kostbaar metaal, zwaar om te vervoeren, ligt door botsingen te vervormen. Het lood biedt bovendien weinig wederstand, en bij de groote ladingen der kanonnen liep men gevaar, dat het lood in de trekken zou afscheuren, en de kogel misvormd uit het kanon komen en daardoor een weinig naauwkeurig schot geven zoude. Ook tegen muren en wederstand biedende voorwerpen zou lood te zacht zijn, en aan looden granaten valt geheel niet te denken.
Wilde men echter volstrekt getrokken kanons en looden kogels gebruiken, dan was er niets anders op dan de kanons van achteren te openen en daardoor het laden mogelijk te maken. De looden kogel kon dan geplaatst worden in een gedeelte, dat iets wijder was dan het overige der ziel en daardoor bij het wegschieten geperst worden in de trekken. Het goed sluiten van die achterste opening is echter