Pagina:Album der Natuur 1862.djvu/184

Deze pagina is niet proefgelezen
164
VICTORIA REGIA.

schoone waterplanten, welke hij had leeren kennen, maar hij beging daarbij de fout om haar, evenals pöppig, al weder onder den naam van Euryale aan te voeren, en de onvoorzigtigheid om zijne opmerkingen, haar betreffende, onder eene zoo groote massa feiten te begraven, dat zij door velen onopgemerkt moesten worden voorbij gegaan.

Het spreekt wel van zelf, dat de naam van Euryale amazonica, door pöppig aan de Amerikaansche Waterlelie gegeven en later ook door d'orbigny overgenomen, onaangevochten bleef, zoolang men de bloemen van dat gewas niet naauwkeuriger onderzocht; en daar zulk een onderzoek nu niet eer plaats had dan in 1838, zoo dagteekent ook de naamsverwisseling onzer plant en hare herdooping in Victoria regia van dat jaartal. Het was de Engelsche kruidkundige john lindley, aan wien de Koninklijke Waterlelie haar waarlijk koninklijken titel te dadken han; onvermeld echter mag het niet blijven, dat nog een ander natuuronderzoeker, met name robert schomburgk. Duitscher van geboorte, in wiens voornemen het lag om hare Britsche Majesteit eene vleijende beleefdheid te bewijzen, daartoe het zijne bijdroeg. Schomburgk toch was het, die, op last der Koninklijke geographische Sociëteit te Londen, en onder 't patronaat van het Britsch Gouvernement. Engelsch Guyana met een wetenschappelijk doel bereizende, op den 1en Januarij 1837 in de rivier Berbice dezelfde reusachtige plant aantrof, welke haenke, pöppig en d'orbigny vóór hem reeds op verschillende andere plaatsen van Zuid-Amerika hadden waargenomen, en, van de beschrijvingen of mededeelingen dezer geleerden geene kennis dragende, en verder meenende eenvoudig eene nog onbekende Nymphaea voor zich te zien, den voorslag deed aan de geographische Societeit om de plant, waarvan hij haar fraai geteekende afbeeldingen, gedroogde bladen en op pekel bewaarde bloemen overzond, met den naam van Nymphaea Victoria te bestempelen. Lindley, aan wien alle bescheiden en teekeningen van den ver af zijnden reiziger om advies werden ter hand gesteld, vond daarin zooveel als noodig was om hem de overtuiging te geven, dat hij noch met eene Nymphaea, noch met eene Euryale, maar met een geheel nieuw geslacht te doen had, en het was dan ook om deze reden, dat aan den voorslag van schomburgk, zooals hij daar lag,