Eene tweede poging om de Victoria regia naar de Oude Wereld over te voeren dagteekent van het jaar 1846, en werd gedaan door den gunstig bekenden plantenzamelaar bridges, die uit Bolivië een groot aantal zaadkorrels, in een met vochtige aarde gevuld vat, in persoon naar Engeland overbragt. Van de 22 korrels, die door den tuin te Kew (nabij Londen) werden aangekocht, waren er echter niet meer dan twee tot kieming te brengen. Deze uitkomst ware echter zeer bevredigend te noemen geweest, indien de jonge planten, die in de maand October nog krachtig groeiden, zich verder hadden ontwikkeld. Ongelukkig echter schenen zij tegen den winter niet bestand te zijn; althans begonnen beide reeds in het begin van December te verwelken en hadden zij reeds den 12en dier maand opgehouden te leven.
Geheel vruchteloos voor de wetenschap waren echter de bemoeijingen van bridges in deze aangelegenheid niet. Behalve zaadkorrels toch, had hij ook gedroogde bladen en bloemen op spiritus van de Victoria medegebragt, en deze waren het, die aan den Engelschen kruidkundige w, hooker de welkome gelegenheid aanboden om de door schomburgk vervaardigde en door lindley vroeger in 't licht gegevene gekleurde teekeningen nog eens kritisch na te gaan en deze, min of meer gewijzigd en verbeterd, in het welbekende Botanical Magazine (anno 1847, pl. 4275 — 78) voor een grooter publiek toegankelijk te stellen. De belangrijkheid van hooker's opstel werd niet weinig vermeerderd door een met levendige kleuren geschilderd verhaal van bridges, waarin ons zijne kennismaking met de Victoria geschetst en buitendien mededeeling gedaan wordt van opmerkingen, de leefwijze der gevierde plant betreffende en zeker voor hare toekomstige kweekers van het hoogste gewigt. Niettegenstaande de pogingen van bridges al weder geene gunstige uitkomst hadden opgeleverd, werd er toch nog aan een beteren uitslag niet gewanhoopt. Immers lezen wij, dat, in 1848, een op het eiland Leguan wonend Engelsch geneesheer op zijne eigene kosten herhaalde malen troepen Indianen naar Essequebo (de plaats waar schomburgk de Victoria aantrof) afvaardigde om hem van daar de onderaardsche stengels en de vruchten der schoone Waterlelie meê te brengen. — Aan zijne opdragt werd naar wensch voldaan en de onbaatzuchtige