Pagina:Album der Natuur 1862.djvu/240

Deze pagina is niet proefgelezen
218
HET LANDSCHAP.

graauwen hemel, die de Schotsche hooglanden zoo vaak bedekt. De meest verhevene, maar ook verschrikkelijkste vertooning, die onze natuur maakt, heeft plaats, wanneer zij, gelukkig bij uitzondering, ons nog hare laatste trekken speelt en ons leert, dat wij met ons vernuft en onze ontwikkeling nimmer moeten stilstaan; — wanneer onze dijken, door ijsschotsen geperst en gebeukt, de immer zwellende stroomen niet kunnen tegenhouden en het land in eene zee veranderd wordt, eene ijszee, waarmede de toppen der boomen en de daken der woningen eene akelige tegenstelling vormen. Dan zou men kunnen zeggen, dat er een romantisch waas over het landschap komt, ja zelfs dat het anders zoo nuchtere volk, van de grootsten tot de geringsten, door dichterlijk gevoel schijnt bezield.

Wanneer wij den invloed van het karakter der natuur op dat van den mensch nagaan, dan zien wij bij de bewoners van trotsche en weelderige landstreken meer neiging tot zinnelijkheid en hartstogt dan bij die van armere gewesten, en wij merken op, dat verstand en beschaving zich liefst ontwikkelen in die oorden, welke geen bijzonder natuurschoon bezitten. De wilde natuur is het gemoedsleven gunstig, eene schrale omgeving scherpt rede en vernuft.

In de woeste bergstreken van Scandinavië en Schotland, den Kaukasus en Montenegro vormden zich krijgshaftige, wreede natiën, wier poëzie bestond uit zegezangen en verdelgingskreten, wier godsdienst bloeddorstige dapperheid was. Vreedzaam en meer beschouwend, maar ook gloeijend en fantastisch uitte zich eenmaal het dichterlijk gevoel in de paradijsachtige natuur van Hindostan, en loste zich, afkeerig van onderzoek en studie, in de erkentenis op, dat het beter is, niet te zijn dan te zijn, gelijk de poëzie van byron, die ons leven "a false nature' noemt.

Geheel tegenovergesteld was de invloed van de opene, schrale natuur van China, die door een gematigd of ruw klimaat en armoede aan bosschen is gekenmerkt. Daar ontwikkelde zich eene hooge mate van vernuft en kunstvlijt, en alleen eene eeuwen lange afzondering van de overige volken belette allen vooruitgang.

In de eentoonige vlakten van den Nyl en den Euphraat rezen voor vele eeuwen de eerste wonderen der beschaving op, terwijl in de