wilde wanorde dooreen liggen en niets mogt in de verte zelfs aan de regte lijn herinneren.
Het denkbeeld, dat bij de ontwerpers der eerste Engelsche tuinen (kent en bridgeman) ten grondslag lag, was de afschudding der mathematische vormen en de onbepaalde huldiging van de slang-lijn, de zoogenaamde schoonheidslijn van hogarth. Baco van verulan, pope en addison, maar vooral de groote dichter van het Verloren Paradijs waren de voorloopers van den natuurlijken stijl in Engeland. Baco heeft den in zijn tijd bestaanden wansmaak, vooral de geknipte hagen en de "sculptures of verdant green", hevig aangevallen en niet minder toonde de dichter pope zijne liefde tot het natuurlijke landschap door den aanleg van zijn tuin te Twickenham, eene der eerste proeven van den zoogenaamden Engelschen stijl.
Maar ook die stijl was geene nieuwe uitvinding. Reeds tasso was miltons voorganger geweest, en over het paradijs van armida ligt een Oostersche gloed, die onmiskenbaar is overgewaaid uit de lusthoven van schriras. De tuinen of paradijzen in Perzië en Syrië waren reeds in de oudste tijden schilderachtig aangelegd, rijk voorzien van welriekende bloemen, vooral rozen, en bloeijende heesters, en door natuurlijke bronnen bevochtigd. Strabo beschrijft het lustoord aan den Orontes in Syrië als een uitgestrekt bosch, waar laurieren en cypressen eene koele schaduw verleenden, waar duizende kleine beekjes uit de heuvelen ontsprongen en de zinnen werden gestreeld door welluidende toonen en aromatische geuren. De fabelachtige verhalen van nebucadnezar berigten ons, dat deze koning, om eene zijner Medische gemalinnen het gemis van de schoone natuur haars vaderlands te vergoeden, eene pyramide van terrassen bouwde en deze met natuurlijk aangelegde boschjes beplantte, een berg, die midden in de ontzaggelijke stad oprees en waarvan elke zijde eene lengte had van vierhonderd voeten.
China is het land, waar de natuurlijke stijl reeds in overouden tijd algemeen werd toegepast; evenwel met zulk eene kleingeestige uitvoerigheid, dat de Chineesche tuinen niet meer zijn dan eene karikatuur van het oorspronkelijk landschap, dat zij moeten voorstellen. Die aaneenschakeling van eilanden, rotspartijen, boschjes, tempeltjes,