Pagina:Album der Natuur 1862.djvu/261

Deze pagina is niet proefgelezen
239
HET LANDSCHAP.

vestigen op de hoogste, droogste plaatsen en het water slechts eene zeer ondergeschikte rol laten spelen.

Het aanleggen van eene zoogenaamde buitenplaats vordert wel eene minder grootsche opvatting dan het ontwerpen van een park, maar daarentegen oneindig meer uitvoerigheid, meer vaardigheid in het bijzondere, meer zoogenaamde kunstgrepen en onschuldige bedriegerijen, waaraan het genie zoo gaarne vreemd blijft. Het park is eene ruwe, maar geniale schets, de buitenplaats eene afgewerkte schilderij.

Wanneer wij ons op eene goed aangelegde buitenplaats bevinden, schijnt haar omvang ons veel grooter dan deze werkelijk is. De kunstenaar heeft zorgvuldig alle grenzen verborgen, maar zoodanig, dat wij van dat verbergen zelf niets bespeuren. Het is alsof de gansche omgeving tot het gebied des eigenaars behoort. Daarenboven zijn alle voorwerpen, die het oog zouden beleedigen, schuren, tuinmanshuizen, moestuinen en muren door boomgewas bedekt. De lanen zijn evenwijdig tusschen bloemrijke grasperken of boschjes begrensd, wier boomen en heesters meestal een uitheemschen oorsprong verraden. Eiken met scherp uitgesneden bladeren, tulpenboomen, magnolias, rhododendrons, bontbladige boomen, de onovertroffen syringen en gouden regens, bonte rijen van bloeijende heesters geven het geheel een feestelijk aanzien. Bij de schoonste uitzigten verheft zich een onmisbaar koepeltje, hetzij in antieken stijl en tegen een groep donkere sparren, hetzij gothisch en door de ronde kruinen van eiken of beuken beschaduwd. De wegen zijn meest gekromd, doch niet in het kleingeestige; dikwijls ook regtlijnig, vooral wanneer zij breed op het woonhuis uitloopen; de vijvers slingeren in sierlijke bogten of komen tusschen het groen hier en daar te voorschijn en doen zich voor als kleine meertjes. Kunstrotsen, monumenten, zeldzaamheden, grotten, nagemaakte bouwvallen, verschrikkende fonteintjes en dergelijk kinder spel zijn zorgvuldig achterwege gelaten en het woonhuis is niet een zamenraapsel van verschillende bouworden, maar eenvoudig, landelijk en aanlokkend, wit gepleisterd en omringd door donkere boomgroepen. Het huis is schoon, maar heeft geene oneigenaardige versierselen noodig om zulks te schijnen. Wij zien dan ook geen gevel-ornementen, geen vazen, potten of doellooze zuilen; maar het uitwendige zegt