Pagina:Album der Natuur 1862.djvu/272

Deze pagina is proefgelezen
250
DE STOUTSTE ONDERNEMING VAN ONZEN TIJD.

werktuigje is 6 Ned. duimen in middellijn en beweegt zich door 1 palm lengte. Dit hulpwerktuigje bewerkt niet alleen het verplaatsen der meergenoemde schuif m, maar is ook, door een vernuftig aangebragte verbinding van zijne zuigerstang met die van het boorwerktuig, de oorzaak, waardoor de beitel, na 16 heen en wedergangen, eenmaal ronddraait. Er is nog meer, dat gezegde kleinere cylinder tot stand brengt. De beweging van zijn zuigerstang doet ook de boorstang voorwaarts. gaan, naarmate het gat, dat de beitel boort, dieper in de rots dringt. Het is niet mogelijk om zonder eene te groote uitvoerigheid de wijze te beschrijven, waarop dit plaats vindt. Ons doel is ook slechts, om in hoofdzaak den uitmuntenden boortoestel te doen kennen. Men begrijpt intusschen uit het aangegevene, dat de beweging des hoofdzuigers C niet altijd even uitgestrekt kan zijn. Zij wisselt tusschen de 16 en 20 duim af.

Naast de boormachine en de beitelstang ligt verder eene naauwe buis, die gestadig, onder eene drukking van 5 dampkringen, water in het boorgat spuit, en alzoo het voortdurend voortgebragte steengruis en stof uit het boorgat wegspoelt. Dit inspuiten van koud water en schoonhouden van het gat is van groot belang voor het sparen van de boor, die er tevens door wordt afgekoeld, en men kan dan ook tegenwoordig met eene boor twee tot drie gaten slaan, terwijl men vroeger, met de hand werkende, dikwijls drie boren voor elk gat verbruikte. De geheele boortoestel ligt verder op een zeer langwerpig ijzeren raam, van 27 palm lengte en 9 duim breedte. Het maakt als het ware met den boor- en hulpcylinder één geheel uit, want met behulp van de zijstaven des raams geschiedt de genoemde voortschuivende beweging van den boorcylinder, Het raam met hetgeen er op ligt weegt 200 Ned. pond.

De noodzakelijkheid om de boor telkens op andere plaatsen en, door de onregelmatige afbrokkeling des steens, ook telkens in andere rigtingen te kunnen doen werken, zal de lezer zeker reeds hebben ingezien. Ook dit bezwaar is bij het boren des tunnels weggenomen.

Men heeft een vierhoekigen ijzeren toestel in den tunnel gebragt, die op twee spoorstaven loopt en eigenlijk uit vier kolommen bestaat, waartusschen dwarsstaven op verschillende hoogten kunnen worden