Wanneer mij werd afgevraagd, wat mij — would be toxicoloog en araneoloog — toch heeft bewogen, om te schrijven over een zóó alledaagsch onderwerp als den olifant, — over een dier, zóó oneindig verschillende van de klasse der spinnen en zoo geheel ontbloot van vergiftige hoedanigheden,—dan komen mij tot antwoord drie gronden voor den geest.
Behalve innige bewondering van God's onmetelijke schepping, van zijne levende wonderen, kleine zoowel als groote, die evenzeer in staat zijn het oog als den geest te boeijen, — zijn die bevat in één denkbeeld, ééne beschrijving en ééne klagt:
Ais denkbeeld zweefde mij voor, hier als 't ware een tegenhanger te vinden voor harting's "magt van het kleine" in de "onmagt van het groote." Een kolos, wiens ligchaamsgewigt meermalen dat van 25, soms zelfs dat van 50 volwassen personen evenaart, magteloos te zien als een kind tegenover den ijzeren wil van den mensch; gedwee gehoorzamend aan, zelfs onwillig bedwongen door een klein haakje in diens betrekkelijk zwakke hand!
Als klagt bevreemdde mij het getuigenis onlangs door tennent afgelegd: "dat er nog zoo weinig met zekerheid omtrent den olifant bekend was." Kan het mogelijk zijn, na meer dan 2000 jaren van waarneming nog geene voldoende kennis van dien "zoon van den Radja", dien "vriend van de maan"[1], welke reeds in de oudste geschriften en overblijfselen der Indische geschiedenis en mythologie eene hoofdrol speelde;—van het grootste land-dier, dat in omvang door geen ander, in hoogte alleen door den giraffe wordt overtroffen!
Als beschrijving eindelijk trof mij de waarlijk poëtische ontboezeming van haafner: "Wie is u gelijk, o edel dier! wie u gelijk onder de geraasmakende burgers der wouden? Uw voorhoofd is als veen ondoordringbaar schild; uw magtige tromp als eene vernielende waterhoos! Uwe schrikkelijke slagtanden zijn als twee klippen in de verbolgene zee. Uwe stem huilt als een stormwind tusschen de kloven der bergen. Uw ligchaam is als eene graauwe rots, die zich
- ↑ Nog altijd worden de tamme olifanten in Britsch-Indië met deze en dergelijke namen, b.v. de "morgen-ster", de "granaat-appel", enz., aangeduid.