Pagina:Album der Natuur 1862.djvu/302

Deze pagina is niet proefgelezen
280
VORDERINGEN IN DE PHOTOGRAPHISCHE

doorsnijden volgens kleine cirkelvlakjes, die dan de sterren zullen voorstellen. Dit middel, hoewel zeer goed bruikbaar bevonden, is echter nog niet op groote schaal kunnen worden toegepast, omdat er in het laatste jaar zoo veel te doen viel.

Het bezwaar van te groote zuiverheid der beelden, van de sterren genomen, zoodat zij naauwelijks zigtbaar waren,. vond niet altijd plaats. In Amerika had men juist met eene tegengestelde moeijelijkheid te kampen gehad, dewijl de regelmatige trilling der sterren, ten gevolge van eenen nevelachtigen dampkring, zich op het collodium had overgebragt en daarop dus, in plaats van enkele stippen, eerder eene verzameling van nevens elkander staande beelden, en dien ten gevolge onregelmatige vlekken, had doen ontstaan. Evenwel werd daar reeds de weg van eene ster door het veld van den kijker photographisch afgebeeld. Het was niet onmogelijk, daarbij zulk eene inrigting aan te brengen, dat die weg werd aangegeven met betrekking tot tijdseconden. Het beeld toch van eene ster, die gephotographiëerd wordt, vormt eene streep, zoolang het licht der ster blijft werken op het collodium: wanneer men nu, door eene galvanische verbinding met den slinger van een seconde-uurwerk, na iedere seconde dat het licht gewerkt had het licht gedurende de volgende seconde konde opvangen, zoo zoude er gedurende den tijd dat het licht niet doordrong tot het collodium, ook geen beeld van de ster worden gevormd en de streep of de baan der ster zoude op het overeenkomstige punt worden afgebroken. Op zulk eene wijze zoude men eene opeenvolging van beelden verkrijgen, volgens tijdseconden verdeeld; en men zoude alzoo in staat worden gesteld om met de juistheid van een klein gedeelte eener seconde te bepalen, wanneer de ster eene bepaalde plaats in het veld van den kijker had ingenomen.

Naar aanleiding van het behandelde, vertoonde prof. warren de la rue photographische afbeeldingen van den Orion en van de Pleïaden, die eene welverdiende bewondering inoogstten.

II. Men was zeer nieuwsgierig geweest, of het mogelijk zoude zijn, deze methode op de kometen toe te passen, op die wonderlijke hemelligchamen, die gewoonlijk verschijnen, zonder dat er iets van hunne vroegere geschiedenis bekend is; en omtrent welker