Maar behalve de zonnevlekken doen zich op de oppervlakte der zonneschijf nog een paar verschijnsels voor, die wij hier niet mogen voorbijgaan, omdat ze welligt over de natuurlijke gesteldheid der zon eenig licht kunnen verspreiden. Men heeft namelijk bij totale zonsverduisteringen opgemerkt, dat zich op het oogenblik, dat de schijf der maan die der zon geheel bedekt, zich rondom de maan een helder verlichte glorie of straalkrans, eene zoogenaamde corona, vertoont. De vraag is nu, waaraan dit lichtverschijnsel is toe te schrijven.
Sommigen hebben gemeend daarin niets anders te zien dan een zonnedampkring, die van alle zijden de photospheer tot op een aanzienlijken afstand omgeeft. Le verrier, die op eene kleine bergvlakte ten zuiden van Tarazona de zonsverduistering van den 18 Julij 1860 heeft waargenomen, houdt deze corona voor niets anders dan een buigingsverschijnsel, hetwelk de zonnestralen opleveren, als zij langs den rand der maan voorbijgaan en door de zich daar bevindende bergen worden teruggekaatst. Dit was reeds door maraldi bij de zonsverduistering van 1724 en is in later tijd door vele sterrekundigen beweerd. De sterrekundige secchi heeft zelfs deze corona kunstmatig kunnen nabootsen, door op den weg van een bundel zonnestralen, die door eene vrij groote opening in een donker vertrek vielen, een ondoorschijnend ligchaam met onregelmatig getanden omtrek te plaatsen, of door de randen der opening, die den bundel lichtstralen binnenlaat, getand te maken. Hetzelfde verschijnsel verkregen reeds vroeger la hire en de l'isle bij de kunstmatige nabootsing van eene zonsverduistering. Is de corona werkelijk niets anders dan een buigingsverschijnsel van het zonnelicht, dan kan zij ons betreffende de natuurlijke gesteldheid der zon geene nadere opheldering geven.
Geheel anders is het met een ander opmerkelijk verschijnsel, hetwelk insgelijks bij totale zonsverduisteringen wordt waargenomen. Men ziet namelijk op het oogenblik, als de zonneschijf door de maan bedekt is, aan den rand der maan zekere onregelmatige verhevenheden, gelijk veelpuntige, uitgestrekte bergruggen of hooge, digte wolkgevaarten van roodachtige kleur. Deze uitstekende protuberantiën behooren kennelijk niet tot de maan, maar tot de zon. Zoodra de zon weder achter de maan te voorschijn komt, verdwijnen deze verschijnsels weder.