ook groote hoeveelheden lepidoliet en mica doen komen om daaruit lithium, caesium en rubidium af te scheiden.
Declinatie en inclinatie van de magneetnaald. — Deze waren, volgens het Annuaire du Bureau des longitudes voor 1862, te Parijs, op het midden van den dag omstreeks 1 uur waargenomen.
Op den 25sten October 1861 declinatie 19° 32',3 ten westen. In 1860 had men gevonden 19° 32',9. De declinatie is dus in dien tijd 6',6 verminderd.
Op den 28sten October 1861. Inclinatie 66° 7',2.
Zij was in 1860, 66° 11,0. Dus vermindering 3',8.
Lithion en fluorium bij de vruchtvorming van de gerst. — De vorst van Salm Horstmar heeft, na voorleden jaar eenige proeven te hebben bekend gemaakt (Poggendorff's Annalen. Bd. CXI. S. 642, u.f.), die aantoonden, dat deze beide grondstoffen bij die vruchtvorming onmisbaar waren, thans ook getracht uit te maken (Ibidem CXIV. S. 510), of zij één van beide ook daarbij konden worden gemist. In zijne vroegere proefnemingen had hij gerstkorrels gezaaid in een poeder van helder bergkristal uit Silezië, dat na het fijn stooten uitgewasschen, in zoutzuur afgetrokken en dan in eene platinakroes gegloeid was. 65 wigtjes van dit poeder werden aangemengd met
0,02 gram zwavelzure kalk.
0,03 „ uitgegloeide phosphorzure kalk (drittelphosphorsauren k.),
0,001 „ phosphorzure magnesia (drittelphosphorsaure talkerde)
0,04 „ basisch phosphorzuur ijzeroxyde (gegloeid),
0,05 „ koolzure kalk,
0,02 „ koolzure magnesia,
0,001 „ koolzuur mangaanoxydule,
0,001 „ kunstmatig bereide, zuivere chlorfluor-apatiet,
0,0001 „ fluorcalcium en
0,0001 „ zwavelzure baryt;
en daarna bevochtigd met eene oplossing in 15 gram water van
0,02 gram salpeterzure potasch,
0,003 „ salpeterzure soda,
0,01 milligram salpeterzuur lithion,
0,5 „ chloornatrium,
0,2 „ chloorkalium,