Pagina:Album der Natuur 1862.djvu/44

Deze pagina is proefgelezen

DE KLEUREN-THEORIE NAAR GÖTHE.



Het oog
gevoelig en terugwerkend,

kolom 1

Aangedaan in hoogeren zin
door
lichtendonker,
beide door troebelheid
dynamisch verbonden brengen voort
kleur

kolom 2

rood.
geelrood.blaauwrood.
kleurencirkel
geldend
voor alle verschijnselen
geel.blaauw.
groen.

kolom 3

Aangedaan in gewonen zin
door
witenzwart,
beide door vermenging
atomistisch verbonden brengen voort
graauw



Kleur openbaart zich

kolom 1

Physiologisch.
Subjectief,
onophoudelijk, vlugtig;
Tusschenkomst in het subject.

kolom 2

Physisch.
Subjectief en Objectief,
veranderlijk, verdwijnend;
Tusschenkomst van doorschijnende, doorzigtige ligchamen.

kolom 3

Chemisch.
Objectief,
veranderlijk, vast te houden
Tusschenkomst van alle soorten van ligchamen.



kolom 1

Licht verwijdt, duisternis vernaauwt.
Een licht beeld vergroot zich, een donker verkleint zich.
Een licht beeld nadert, een donker verwijdert zich.
Licht verblindt, duisternis doet uitkomen.
Duur van den indruk.
Omkeering.
Verzwinden der kleur.
Vereischten.
Verblinding, rood;
Omkeering, groen.
Beeld, rood, oranje, geel;
Tegenbeeld, groen, blaauw, violet.
Gekleurd licht en schaduw evenzoo.

kolom 2

Dioptrisch:
doorschijnend, zonder refractie en beeld;
doorzigtig, met refractie en beeld.
Katoptrisch: bij beperkte terugkaatsing.
Paroptisch: bij kruisend voorbijschijnen.
Epoptisch: op het vlak en tusschenvlakken,
Entoptisch: binnen doorzigtige ligchamen.

kolom 3

Active zijde.
  geel, geelrood, purper;
    door zuren versterkt.
  geel, geelrood;
    verwarmend
    licht onttrekkend,
    metaalkalk niet veranderend.
Passive zijde.
  blaauw, blaauwrood, groen;
    door alkalien verflaauwd.
  blaauw en blaauwrood;
    verkoelend,
    licht mededeelend
    metaalkalk desoxyderend.