stof, in genoegzame hoeveelheid om haar aan eene elementair-analyse te onderwerpen, uit erwten bereid. Voor den door hem daartoe ingeslagen weg verwijzen wij echter naar het verslag over zijne onderzoekingen, door hem gegeven in de Ann. d. Chemie v. Pharmacie. Bd. CXXII. S. 49.
Plantenoverblijfselen in eenen ouden Egyptischen tigchelsteen. — Unger deelde in de zitting van den 9 Jan. j.l, der Weener Akademie de uitkomsten mede van een onderzoek van eenen tigchelsteen, afkomstig uit de oude Egyptische stad Eileithya. De organische, nog herkenbare overblijfselen daarin bestonden uit verschillende plantaardige en dierlijke deelen, waaronder nog 8 plantensoorten bepaalbaar waren. Zij onderscheiden zich niet van de planten, welke thans nog in Egypte en Nubië voorkomen en daar gekweekt worden. Acht gevende op den ouderdom van dien tigchelsteen, welke men op 5500 tot 4000 jaren kan schatten, volgt derhalve daaruit, dat Egypte sedert dien tijd geene veranderingen in den plantengroei, noch in het klimaat heeft ondergaan. U. hoopt door uitgebreider onderzoekingen van dezelfde bouwstof, welke hij uit Egypte zal trachten te bekomen, nog meer licht over de vroegere flora van dit land te zullen kunnen verspreiden. (Bonplandia, 1862. S. 81).
Padden en boomvorschen tot verdelging der rupsen. — Een der meest verachte dieren, de pad, wordt tegenwoordig in Engeland bij duizenden opgekocht en zelfs van het vasteland ingevoerd, omdat men daarin het werkzaamste middel tegen die pest der moestuinen, de rupsen, erkend heeft. Hetzelfde geldt van den boomvorsch met betrekking tot de rupsen der vruchtboomen. Een enkel koopman in naturaliën te Londen heeft in den vorigen zomer 40.000 boomvorschen, die hij uit den Harz liet komen, aan bezitters van vruchtboomen verkocht, het stuk tegen 1 tot 2 shilling, tot een bedrag van meer dan 20.000 gulden. (Bonplandia, 1862. S. 78).
Het foramen mentale der slangen. — Een fossile slang, waarvan de stelselmatige plaatsing onzeker was, gaf aan troschel aanleiding om in de plaats door het foramen mentale ingenomen, een nieuw kenmerk te vinden, dat in twijfelachtige gevallen van dien aard met vrucht kan worden toegepast. Zijn onderzoek leerde hem vooreerst: dat, met zeer zeldzame uitzonderingen, in het os dentale der slangen slechts een enkel foramen mentale voorkomt, in tegenstelling met de hagedisachtige dieren, welke er altijd verscheidene bezitten. Deze regel gaat door ook voor de zoodanigen, die overigens door hunne