De golfstroom. — Door de Zweedsche expeditie naar Spitsbergen, die in den loop van het vorige jaar plaats greep, zijn vele belangrijke waarnemingen gedaan, die licht zullen verspreiden over verscheidene wetenschappelijke vraagstukken. Aan een kort berigt daaromtrent, onlangs opgenomen in petermann's Geographische Mittheilungen, 1862, p. 193, ontleenen wij hier het feit, dat de golfstroom zich uitstrekt tot aan noordelijk Spitsbergen. Dit bleek onder anderen uit het vinden eener Westindische peulvrucht (van Entada gigalobium) op het strand van Shoal point, op eene breedte van meer dan 80°,
Het verstrooijingsvermogen van iodium-damp. — Legrand heeft de ontdekking gedaan, dat iodium damp het licht in tegenovergestelde rigting van alle tot hiertoe onderzochte stoffen verstrooit, d.i. een prisma, gevuld met iodiumdamp, breekt de roode stralen sterker dan de blaauwe stralen. Door wijzigingen van de methode van onderzoek is hem gebleken, dat deze abnormale breking niet kan toegeschreven worden aan den toestel, waarvan men zich bedient, maar hare oorzaak heeft in de werking, die de iodium-damp zelf op het licht dat er doorgaat uitoefent. Door een glas-prisma, dat eene nagenoeg gelijke afwijking (11' ongeveer) als het prisma van iodium-damp te weeg bragt, gelukte het hem dan ook het beeld merkelijk te achromatiseren, hetgeen bewijst, dat de verstrooijing van den iodium damp juist in tegengestelden zin als die van het glas geschiedt. Wanneer men achtereenvolgens rood en blaauw licht door de spleet laat vallen, ziet men het roode en het blaauwe beeld op onderscheidene plaatsen ontstaan. Dit bewijst, dat de breekbaarheid van de roode straal in iodium-damp werkelijk grooter is dan die van de blaauwe, en dat het verschijnsel dus niet kan verklaard worden door eene verandering van breekbaarheid der stralen zelve. (Compt. rendus, 1862. LV, p. 126).
Waterstof in vulkaan-gas. — Sainte-claire deville, le blanc en fougée hebben het gas geanalyseerd, hetwelk tijdens de uitbarsting van 8 Dec. 1861 uit lava-spleten van den Vesuvius opsteeg. Het is daarbij gebleken, dat er behalve koolwaterstof (C2 H2) ook vrije waterstof in bevat was, en wel in eene hoeveelheid, welke die van eerstgenoemd gas twee tot driemalen overtrof. (Compt. rendus. LV, p. 73).
Chloorammonium in damptoestand onbestaanbaar. — Reeds hadden eenige scheikundigen het vermoeden uitgesproken, dat chloorammonium zich, evenals andere ligchamen, bij verhitting in zijne bestanddeelen zoude scheiden, zoodat der-