Pagina:Album der Natuur 1862.djvu/499

Deze pagina is proefgelezen
93
WETENSCHAPPELIJK BIJBLAD.

van dezen uitvinder, hiervoor, bl. 78, zijn twee onjuistheden te verbeteren. De mededeeler van deze akte heet chs. read en niet raybaud, en de datum is die van den laatsten Februarij 1626 en niet 1726. Beide fouten zijn af komstig uit het verslag der zittingen van de Fransche Académie des Sciences in het tijdschrift le Cosmos.

 

Ongelijke verwarming der rheophoren[1] bij de elektrische ontlading. — In eene mededeeling aan de Royal Society te Londen van 20 Julij l.l. (Philosophical magazine. Sept. 1862, pag. 225) geeft gassiot verslag van de proefnemingen, door hem gedaan om het vreemde verschijnsel te verklaren, dat bij de ontlading eener sterke galvanische batterij door verdunde of onverdunde lucht, bij den gewonen galvanischen lichtboog dus, steeds de positive rheophoor sterk verhit, soms gloeiend wordt en de negative betrekkelijk koud blijft, terwijl bij de ontlading van eene batterij van, groote elektromotorische kracht of van een inductiewerktuig in verdunde gassen omgekeerd juist de negative rheophoor het meest wordt verhit.

Hij heeft bevonden, dat het geheel van de stroomsterkte afhangt, of het eene dan wel het andere verschijnsel ontstaan zal, en wel zoo dat het eerste eene groote stroomintensiteit, het tweede eene veel kleinere tot zijn ontstaan vereischt of, wat op het zelfde nederkomt, dat dezelfde batterij bij eenen aanmerkelijken uitwendigen wederstand het laatste en bij eenen minderen het eerste verschijnsel voortbrengen kan. Het best heeft gassiot dit gezien bij de ontlading zijner batterij van 400 Grove-elementen, die elk geisoleerd waren geplaatst, door eene glazen buis met hoogst verdund koolzuur gevuld en waarin de rheophoren, roodkoperen bolletjes van omstreeks 5 strepen middellijn, op ongeveer 26 millimeters afstand van elkaar waren geplaatst. Toen deze met de polen der batterij verbonden werden, zag men in het eerst den gewonen lichtglans rondom den negativen (met de zinkpool verbonden) rheophoor, somtijds met eene flaauwlichtende, gestratifieerde ontlading van den positiven, en de negative werd in korten tijd gloeijend. Maar na eenige seconden, gedurende welke de lichtglans aan de negative pool zeer in omvang was toegenomen, verkreeg het lichtverschijnsel plotseling eene andere gedaante: de negative lichtglans verdween om voor eene prachtig lichtende, breed gestratifieerde ont-

  1. Rheophoren of elektroden. Men weet, dat het laatste woord door faraday in gebruik is gebragt om de uiteinden aan te duiden der geleiders van metaal of van eenige andere goed geleidende stof, waardoor de el, stroom wordt geleid in vloeistoffen of andere minder goede geleiders. Het eerste woord, door de Fransche natuurkundigen voorgeslagen om hetzelfde aan te duiden, heeft onzes inziens eene meer bepaalde beteekenis dan het laatste en verdient dus algemeen in gebruik te komen.