Pagina:Algemeen Handelsblad vol 104 no 33721 BUITENLAND.pdf/1

Deze pagina is proefgelezen

BUITENLAND.



FRANKRIJK.

HET OVERLIJDEN VAN JOFFRE.

Zijn laatste oogenblikken.

Onze Parijsche correspondent telefoneert:
De dood van maarschalk Joffre is tenslotte als het uitgaan van een lamp geweest. Het hart heeft geleidelijk den arbeid gestaakt en is eindelijk blijven stilstaan, zonder dat de zieke meer geleden heeft of tot bewustzijn gekomen is. Bij het overlijden waren mevrouw Joffre, de dochter en schoonzoon, de gezamenlijke doktoren en de officieren van den staf van den maarschalk aanwezig. De abbé Bellesoeur, die nog eens voor het laatst de absolutie gegeven had, sprak de gebeden der stervenden uit.
Omtrent de getroffen voorzieningen wordt medegedeeld, dat het lijk van den maarschalk vanmiddag gebalsemd zal worden door de doktoren, die de operatie verricht hebben. Daarna zal het vervoerd worden naar de kapel van de „Ecole Militaire”, waar het van morgen af zal worden tentoongesteld en waar de Parijsche bevolking er langs zal kunnen defileeren. De begrafenis zal waarschijnlijk Woensdag plaats hebben, volgens hetzelfde ceremonieel als voor maarschalk Foch gevolgd is. Na den lijkdienst in de „Notre Dame” zal het stoffelijk overschot dan vervoerd worden naar de kerk van het „Hotel des Invalides” en daar voorloopig worden bijgezet. Heeft de maarschalk beschikt, dat hij te Louvechiennes bij Parijs, waar hij zijn buitenhuis had, begraven wil worden, hetgeen nog niet bekend is, dan zal de overbrenging later geschieden.
Onder de diplomaten, die vanmorgen de weduwe Joffre hun deelneming kwamen betuigen, was onze gezant, jhr. Loudon, een van de eersten.

Bezoeken van president Doumergue en minister Steeg.

Een N. T. A.-telegram meldt nog:
Om 8.50 verscheen de minister-president Steeg en betuigde mevrouw Joffre de deelneming der regeering. In den loop van den morgen brachten president Doumergue en de pauselijke nuntius Maglione persoonlijk een bezoek aan de weduwe van den maarschalk.

Begrafenis op staatskosten.

PARIJS, 3 Jan. (N.T.A.) Heden is een kabinetsraad gehouden, waarin de maatregelen voor de plechtige bijzetting van het stoffelijk overschot van maarschalk Joffre zijn voorbereid. De regeering heeft o. a. beslist, dat de begrafenis op staatskosten zal geschieden. De bijzetting zal Woensdagmorgen plaats hebben.
Alleen de minister van oorlog Barthou zal namens de regeering het woord voeren.

Britsche delegatie naar de uitvaartplechtigheid.

PARIJS, 3 Jan. (N. T. A.) Bij de uitvaart van maarschalk Joffre zal een groote Engelsche delegatie tegenwoordig zijn, bestaande uit Lord Tyrrell, den Britschen Ambassadeur te Parijs, als vertegenwoordiger des konings, twee maarschalken als vertegenwoordigers van het Britsehe leger, den Eersten Lord der Admiraliteit als vertegenwoordiger der marine, een luchtmaarschalk voor de luchtvaart, alsmekde troepenafdeelingen ten sterkte van zes officieren en 110 man met muziek.

Stoffelijk overschot zal over een maand naar Louveciennes worden overgebracht.

PARIJS, 3 Jan. (B. T. A.) Het balsemen van het lijk van maarschalk Joffre is voltooid. Hedennacht zal het worden bewaakt door de officieren van zijn staf.
De familie van den maarschalk heeft den maire van Louveciennes doen weten dat het stoffelijk overschot van den maarschalk zal worden bijgezet op zijn landgoed aldaar. Het zal gedurende ongeveer een maand in de Invalides worden tentoongesteld en daarna naar Louveciennes worden vervoerd.

V. D. meldt nog dat op uitdrukkelijk verlangen van Joffre zelf het op de baar leggen van zijn stoffelijk overschot niet onder de Arc de Triomphe zal geschieden, teneinde de militairen en het publiek niet aan het ongunstige winterweer bloot te stellen. Wel zal Woensdag op den weg naar de Notre Dame de Arc de Triomphe worden gepasseerd.

ITALIË.

FUTURISTISCHE KOOKKUNST.


De strijd tegen de maccaroni. — De hoogere bedoeling hiervan. — Een nieuw middel ter verlaging der kosten van levensonderhoud. — Futuristische recepten.

(Van onzen Romeinschen correspondent).

ROME, oudejaarsavond 1930.

Marinetti’s aanval op de Italiaansche keuken en in het bijzonder op de maccheroni[1] blijkt veel meer beteekenis te hebben dan men in het begin wel dacht. Niet, dat er buiten hem zelf en zijn allernaaste volgelingen, ook slechts een mensch in Italië gelooft dat het hem gelukken zal de traditioneele gerechten door andere te vervangen, doch het blijkt thans dat de futuristenleider, die een overtuigd aanhanger is van Mussolini’s politiek, met zijn „kruistocht tegen de pasta asciutta” vooral ten doel heeft het graanverbruik te doen verminderen en op deze wijze bij te dragen tot de economische onafhankelijkheid van zijn vaderland.
De aantijging van de zijde der maccaronifabrikanten, dat zijn streven om de „pasta asciutta” te verdringen een anti-nationaal karakter zou dragen, kon Marinetti glansrijk weerleggen door er op te wijzen, dat Italië genoodzaakt is het graan voor de maccaroni-industrie ten deele uit het buitenland te betrekken, terwijl anderzijds de Italiaansche rijst geen koopers vindt en geen verbruikers.
Op eersten Kerstdag werd het Italiaansche volk verrast met de publicatie van het manifest over de futuristische kookkunst, waarop Marinetti indertijd in zijn „Open brief aan de lieve Napolitanen” reeds had gezinspeeld. Dit manifest is iets zoo buitenissigs en tegelijk zoo geestig, dat het dubbel en dwars verdient om ook buiten de Italiaansche grenzen te worden bekendgemaakt.
Natuurlijk begint Marinetti opnieuw met te verklaren, dat de „pasta asciutta”, een „absurde gastronomische religie der Italianen” afgeschaft moet worden. „Wellicht, zoo beweert de academicus, varen de Engelschen wel bij hun stokvisch en roastbeef, de Nederlanders (hoort landgenooten!) bij hun met kaas gekookte vleeschgerechten, de Duitschers bij hun zuurkool met worst; doch zeker dient de Italiaansche maccaroni-eterij tot niets. Deze stijfselachtige ballast in de Italiaansche magen leidt slechts tot het kenmerkende, ironische of sentimenteele scepticisme, dat maar al te vaak het zuidelijk enthousiasme in de kiem versmoort.”
De pasta asciutta „verbindt met zijn wormvormige draden de Italianen der twintigste eeuw aan het langzame spinrokken van Penelope of aan de voorhistorische sufdommelende zeilscheepjes op zoek naar een voortstuwend briesje”. „Waarom zou dit gerecht nog langer zijn zware massa op den triumfweg stellen van het onmetelijk net der langekorte golven, dat het Italiaansch genie heeft uitgespannen over oceanen en continenten of van de landschappen uit kleur-vorm-geluid die de radio-televisie rondom den aardbol, doet varen? De verdedigers der „pasta asciutta” zullen gedoemd zijn den zwaren bal, de ontredderde ruïne ervan in hun magen rond te dragen als zoovele kettinggangers of oudheidsvorschers.”
Uit dezen nieuwen aanval van Marinetti blijkt duidelijker dan ooit dat hij eigenlijk iets geheel anders wil dan alleen de maccaroni bestrijden, iets veel belangrijkers en grooters. Hij vecht hier tegen den ouden sleurgeest, tegen het starre conservatisme van zijn volk, die er toe geleid hebben dat de Italianen op menig gebied een eeuw bij de rest van Europa ten achter zijn.
Het aardigste deel van het manifest is echter dat waarin de futuristische kookkunst beschreven wordt. In de eerste plaats acht Marinetti het noodzakelijk te breken met de „passatistische en mediocre opvatting dat men iederen dag weer de genietingen van het verhemelte zou moeten smaken”. Hij wijst de scheikunde op haar plicht om ten spoedigste de menschheid te helpen aan poeders of pillen, die op de meest compacte wijze het voor de instandhouding van het menschelijk organisme noodige aantal calorieën bevatten. Deze pillen of poeders behooren gratis van staatswege te worden verdeeld onder de bevolking. „Op deze wijze komt men tot een werkelijke verlaging van de onderhoudskosten der mensch-machine, terwijl tevens de salarissen doch ook het aantal werkuren kunnen worden gereduceerd.” Weldra zal men over een steeds werkwillig proletariaat uit ijzer, staal en alluminium beschikken, terwijl de „homo sapiens” met twee uur slafelijken arbeid zal kunnen volstaan. De rest van zijn dag zal de mensch der toekomst wijden aan wetenschap en kunst en aan „de voorgenieting van volmaakte feestmaaltijden”. Een dergelijke maaltijd zal echter iets ongewoons, iets feestelijks zijn, een uitzondering op het dagelijksch menu van pillen en poeders.

Bij deze feestmaaltijden moeten alle zinnen volkomen bevredigd worden. In de eerste plaats moet men dus zorg dragen voor een volmaakte harmonie van het tafelgerei, glaswerk, porselein en versiering met de kleuren en geuren der gerechten. Voor alle vaste spijzen zijn vorken en messen uit den booze, daar een goed toebereid futuristisch gerecht den aanzittenden „voorlippige genietingen van den tastzin” behoort te geven. Vóór het opdragen van ieder gerecht zal de tafel besproeid worden met een parfum, dat bij dit gerecht past. Tusschen de verschillende gangen mag futuristische muziek ten gehoore worden gebracht; deze dient om de genoten smaakindruk uit te wisschen en dus weer „smaakmaagdelijkheid” te verwekken. Tijdens het genieten der spijzen zijn zoowel muziek als conversatie ontoelaatbaar, daar ze de tong en het verhemelte minder gevoelig zouden maken voor prikkels. In sommige gevallen echter kan bepaalde muziek of het voordragen van een bepaald gedicht het genot der smaakzintuigen verhoogen.
Tijdens de gangen worden ook af en toe enkele spijzen snel door het vertrek gedragen en zoodoende alleen met het gezichts- en met het reukzintuig genoten. Deze zullen in den regel niet worden gegeten.

Het manifest is zeer lang en uitvoerig en telkens weer wijst de Accademicus Marinetti erop, dat de spijzen die het Italiaansche volk thans eet niet passen bij onzen tijd en sterk contrasteeren met de futuristische principes. Inderdaad ook wij zien zeer weinig verband tusschen de vermaarde Romeinsche lamsbouten en „het alleruiterste streven der menschheid naar de laatst-eindelijke synthese” of tusschen een Napolitaansch gerecht bestaande uit in olijfolie gebakken inktvisschen en de „splendore geometrico veloce”, d.i. de vlugge geometrische pracht. Er is niets aan te doen: de keuken is niet met haar tijd meegegaan en het is noodig dat Marinetti ons leert hoe wij haar al die „heroïsche, dinamische, duizelingwekkende qualiteiten en vooral de vlugge geometrische pracht en het besef van antihistorie-ïsme” kunnen verschaffen, die ze zoo broodnoodig heeft.

En thans willen we onzen lezers en vooral onzen lezeressen vergasten op eenige der aan het manifest toegevoegde futuristische recepten, opdat zij zelf eens een proef kunnen nemen. Een hoofdschotel bij de futuristische smulpartijen vormt het „carneplastico” (plastisch vleesch), dat door Marinetti gerangschikt wordt onder die plastische gerechten die voor ze met de lippen in aanraking komen reeds de oogen en de fantasie voeden; natuurlijk eet men het plastisch vleesch met de vingers; deze schotel bedoelt te zijn een „synthetische interpretatie der landschappen van Italië”. Ze bestaat uit „een groote cylindervormige rol gebraden kalfsvleesch, opgevuld met ten minste elf verschillende soorten gekookte groenten. Deze cylinder wordt verticaal neergezet in het midden van een grooten schotel; daarna bekroond met een dikke laag honing, terwijl de basis wordt ondersteund door een ring van kleine gebraden worstjes, die zelf weer steunt op drie guldene ballen van kippenvleesch”. Het is een schepping van den futuristischen schilder Fillia.
Voor wie dit gerecht een weinig ongenietbaar mocht achten, verdient het aanbeveling eens een proef te nemen met de „Alaska-zalmen alla zonnestraal overgoten met Marssaus”. Ziehier: „Men neme een mooie volgroeide zalm uit Alaska, verdeele die in mooten en roostere iedere schijf afzonderlijk onder bijvoeging van een weinig peper zout en goede olijfolie. Daarbij voege men halve tomaten die van te voren met wat peterselie en knoflook eveneens op het rooster zijn gebraden. Alvorens de mooten op te dienen bedekke men ze met filetjes van ansjovis. Op iedere moot legt men een schijfje citroen met wat kappers. De saus moet worden bereid met ansjovis, het geheel van zachtgekookte eieren, basilicum, olijfolie en een glaasje likeur „Aurum” (een creatie van den dichter-vlieger-veldheer Gabrielle d’Annunzio) alles door een zijden filter geperst”. Dit recept is ontworpen door den eersten officieelen futuristischen kok Bulgheroni, die zijn ambt waarneemt aan de futuristische club „De Ganzepen” te Milaan. Niettegenstaande de curieuze benaming is het hoogst genietbaar, zooals we zelf in een Romeinsch restaurant bij een futuristisch feestmaal konden constateeren. Of de zalm echter regelrecht uit Alaska kwam, durven we niet verzekeren.
Heel wat uitzonderlijker lijkt ons het „complesso plastico mangiable” (eetbare plastische samenstelling) bekend onder den naam „Evennachtslijn + Noordpool” en ontworpen door den schilder Enrico Prampolini. Dit gerecht bestaat uit „een tropenzee van rauw geel van eieren vermengd met peper, zout en citroensap. In het midden verrijst een ijsberg in den vorm van een kegel van hardgeslagen eiwit waaruit aan alle zijden sappige schijfjes sinaasappel steken als zoovele resten der stukgebarsten zonneschijf. De top van den kegel vertoont een groot aantal stukjes zwarte truffel gesneden in den vorm van kleine vliegtuigen uit op de verovering van het zenith”.
Marinettlt verzekert ons, dat dit „parfumrijke, kleurige, sappige en den tastzin aangenaam prikkelende plastische samenstel zeer geschikt is als gelijktijdigheidsgerecht (pranzo simultaneo)”. We willen liever hem op zijn woord gelooven dan ons aan een proef onderwerpen!
In ieder geval blijkt wel, dat de heeren futuristen met deze en andere gerechten, men denke slechts aan een „Houtsnip alla Monterosa met Venussaus” wel zeer ver verwijderd zijn van de simpele en door hen versmade maccaroni. We vreezen echter, dat Marinetti weliswaar in het openbaar propaganda maakt voor de dynamische keuken en dat zijn, meestal jeugdige, volgelingen met ware doodsverachting de vorm- en kleurrijke producten dier keuken zullen eten, doch dat de meester zelf in zijn binnenkameren zich evenals meer normale Italianen zal blijven voeden met „spaghetti” (touwtjes) of „vermicelli” (wormpjes) „al sugo di pomodoro” (met tomatensaus), met sappige geroosterde ribstukjes, die hij naar Italiaansch gebruik „bistecca” zal noemen, terwijl hij in dagen van dieet zich zal bepalen tot de onvermijdelijke eieren „a la coque”. Zijn eenige verontschuldiging zou zijn, dat de regeeringspillen of -poeders nog ontbreken en daarmede ook de aanleiding tot futuristische uitzonderingsfeestmaaltijden.

(Nadruk verboden.)


MIDDEN-AMERIKA.

PANAMA IN REVOLUTIE.

Een nieuwe president.

In afwachting van de komst van den tot president benoemden gezant te Washington Alfaros wordt het presidentschap waargenomen door den leider der revolutionnairen Arias.

Hoe de revolutie in haar werk ging. — De persoonlijkheid der voornaamste figuren.

De „Times” krijgt uit New York eenige bijzonderheden geseind omtrent de jongste gebeurtenissen in Panama.
Nadat de revolutionnaire strijdmacht, hoofdzakelijk bestaande uit jongelieden, aangesloten bij de „Accion Communal”, een soort nationalistische vereeniging van burgers, zich bij de bestorming van het hoofdbureau van politie van wapenen had voorzien, trok zij naar het paleis van den president. De politie had de gelegenheid gehad het paleis in staat van verdediging te brengen. Daar verscheidene aanvallers nooit te voren een machinegeweer hadden bediend en zich eerst op straat ietwat moesten bekwamen, was de eerste aanval eenigszins verward en onzeker.
Langer dan een uur duurde het vuurgevecht tusschen de politie en de opstandelingen zonder dat er nochtans „schot” in de krijgsverrichtingen kwam. Totdat een klein groepje revolutionnairen het paleis langs een omweg wist te bereiken door een huis naast het paleis. Zij klommen over een muur op een balkon op de tweede verdieping. In het paleis troffen zij boven aan de trap president Arosemena aan, dien zij gevangen namen. Na de paleiswacht te hebben overmeesterd, installeerden zij zich in het paleis en namen het bestuur der stad in handen.
De afgezette president, Don Harmodio Arosemena, was leider der liberalen toen hij in October 1928 tot president der republiek werd gekozen voor een periode, die in 1932 zou eindigen. Behalve de reeds genoemde leider der revolutionnairen, Don Harmodio Arias, een advocaat uit Panama City, wordt het revolutionnaire bewind nog gevormd door Don Francisco Paredes, een financier en koopman, en Don J. Valarino, een bekend medicus. Arias, die nu tijdelijk met de leiding van zaken is belast, is 44 jaar en was tot dusver bij geen bepaalde politieke partij aangesloten. Wel nam hij actief deel aan de werkzaamheden der „Accion Communal”.
Omtrent het verdrag van 1903, dat, zooals gemeld, de verhoudingen tusschen de Ver. Staten en Panama regelt, wordt nog uit Washington aan de „Times” gemeld, dat dit verdrag nog steeds van kracht is, daar de overeenkomst, welke in 1927 werd gesloten, nimmer door het Congres van Panama werd geratificeerd. Volgens de op het departement van buitenlandsche zaken te Washington ontvangen bericht is het verdrag van 1903 geenszins de inzet der revolutie, doch betreft deze zuiver binnenlandsche aangelegenheden. Het verdrag geeft den Ver. Staten vèrstrekkende rechten tot interventie waar het Panama, Colon en de havens aan de kanaaluitgangen van de Stille Zuidzee en den Atlantischen Oceaan betreft, doch het voorziet eveneens, in een algemeene clausule inzake de handhaving der orde, in een ruimer veld van actie.



SPANJE.

MAJOOR FRANCO TE PARIJS.

Zal zich van politieke agitatie onthouden.

PARIJS, 3 Jan. (N. T. A.) De gevluchte Spaansche vlieger-majoor Franco is heden, vergezeld door den mecanicien Rada, uit België te Parijs aangekomen. Hij meldde zich onverwijld op de prefectuur van politie om een vergunning tot het verblijven in Frankrijk te verkrijgen, en legde tegenover een der hoogere ambtenaren de belofte af, dat hij gedurende zijn verblijf op Fransch gebied politiek volkomen neutraal zal blijven.

(Advertentie.)



(Advertentie.)



(Advertentie.)

  1. Vermeld in ons ochtendblad van 7 Dec.