Pagina:Arbeiders.djvu/227

Deze pagina is proefgelezen

225

klimmen, terwijl het stof, door de koninklijke equipages in beweging gebracht, als eene goudgekleurde wolk omhoog steeg en zich over het volk uitbreidde, alsof het dit wilde zegenen.

Het plein voor het Stations-gebouw was spoedig geheel verlaten, want de meesten keerden naar hun werk terug. Niet allen evenwel: eene menigte vrouwen en jongelieden volgden den stroom naar de stad, zij waren eenmaal in eene feestelijke stemming en vonden, dat het tot niets diende den arbeid weder te beginnen.

Het was zoo zacht in de lucht, en het weer was zoo mooi, en dan had men gehoord, dat er eene illuminatie zou plaats hebben en meer dergelijks!

De koning had in den loop van den winter aan eene keelziekte geleden en om zijn herstel te vieren hadden de studenten een' fakkeltocht naar het slot geregeld, waar zij zouden zingen:

Hoor ons Svea! moeder van allen!"

Om dezelfde reden was er in "Tivoli" ook een "Groot Dankzeggings-Feest" met declamatie en vuurwerk. Eene verbazende menschenmassa was des avonds op de been inzonderheid in de buurt van "Tivoli;" en het "Studenten-boschje." Het rook er naar slechte sigaren, versche aarde en het pas ontsproten gras; nu en dan verspreidde zich de geur der populieren, welker kleverige knoppen op het punt stonden open te breken. Ministers en oud-ministers, militaire en civiele uniformen reden naar het slot, waarvan de vensters hel verlicht waren, terwijl de vlag op het dak, ten teeken dat de koning in de hoofdstad was, scherp tegen den lichtgekleurden hemel afstak.

Maar daar, waar het vaartuig voor de landverhuizers geankerd lag, werd hard gewerkt en geschreeuwd; er heerschte zulk eene verwarring, dat eenige der emigranten