de tafels gedekt[1]. Eerst bedienden zich de oudere dames en heeren, daarna lieten de jongere dames zich van hare cavaliers bedienen, maar vóór dat deze nog half klaar waren, begonnen de heeren voor eigene rekening om de tafel heen te dringen. Als een dikke zwarte vliegenzwerm plaatsten zij zich om de eerste tafel, dan vloog een troepje weêr naar eene andere tafel en zoo ging het steeds door, geen wonder dat men onwillekeurig aan de plaag der sprinkhanen in Egypte begon te denken. Zij vielen op alle schotels en borden neer, en geheel vervuld van het gewicht van het oogenblik, stonden zij zwijgend, alles nauwkeurig onderzoekende; dan begon het opscheppen, kauwen, en doorslikken met vollen ijver; het leven, dat men met de vorken en messen maakte, verbrak alleen de stilte, en het had er veel van of er eene groote eetmachine aan het werk was. De jonge verlegen student Hansen had—de hemel weet waar—eene flesch Sherry te pakken gekregen. Zoodra de sprinkhanen hier lucht van kregen, reikten zij hem hunne glazen toe.
Goedhartig, als hij van natuur was, schonk hij de glazen telkens weer vol, totdat hij eindelijk met een leeg glas in de eene en eene leege flesch in de andere hand stond.
Dit wekte natuurlijk algemeen den lachlust op, doch lang duurde dit niet—er viel geen tijd te verliezen.
Vleeschpasteien, coteletten, ragoûts, wildbraad, kippen, heerlijk gestoofde groenten, pikante sausen, kleine gebakken aardappelen, alles verdween in een oogwenk; men zou hebben kunnen gelooven, dat er valluiken in den vloer waren verborgen. Neef Hans stond vlak voor een vleeschpastei met aspersies, en hij verroerde zich niet van de plaats, ofschoon zijne buren hem vrij gevoelig in
- ↑ Op groote partijen is het in Scandinavië, de gewoonte dat men niet aan de tafel gaat zitten; ieder gaat naar de tafel toe, bedient zich van wat hij verkiest en maakt dan plaats voor anderen.(Vert.)