Pagina:Architectura vol 005 no 012.djvu/3

Deze pagina is proefgelezen
20 Maart 1897.
69
ARCHITECTURA.


waarvan de loodrechte doorsnede vanaf den top evenwijdig aan een der zijden van het grondvlak een gelijkzijdigen driehoek vormt, en den zoogenoemden Egyptischen driehoek) als diagram beschouwen, zien wij, dat alle drie aan hun top een hoek van minder dan 90° vormen, zoodat wij geneigd zijn den boog een anderen vorm dan den halfcirkelboog te geven. Indien men bijv. als diagram den Egyptischen driehoek neemt (teek. 15), wiens basis AB den diameter van het gewelf en het begin der boogronding aangeeft, dan moet men om den sluitsteen van den boog aan den top van den driehoek te plaatsen, voor den passer, in plaats van één middelpunt, zooals met de half-cirkelboog het geval is, twee centra zoeken die aangegeven worden door het punt, waarop de normaalvallende lijnen van het middelpunt der beenen van den driehoek de grondlijn AB snijden. De boog, die op deze wijze verkregen wordt, heet de spitsboog.

De scholen, die na de VIde eeuw uit de Byzantijnsche school zijn voortgekomen, hebben dezen boog gebezigd, de Fransche architecten der XII eeuw hebben hem als grondslag voor een nieuw bouwsysteem aangenomen. ’t Is slechts door een voortdurend streven naar hetzelfde doel, dat de grieken in de oudheid tot een betrekkelijke volmaaktheid zijn gekomen. Door welk een reeks van onafgebroken verbeteringen volgen wij de Dorische orden niet, voordat zij tot het parthenon kwamen?
Vanaf den Griekschen tempel van selinunte tot aan het parthenon is de vooruitgang nauwelijks waarneembaar, de orde is steeds dezelfde, niets wordt bijgevoegd of weggelaten.
Het is slechts door een reeks van verbeteringen, volgens eene logische methode aangewend, dat men tot de volmaakste verhoudingen geraakte. Zelfs ua de stichting van het Ooslijke keizerrijk na de scheuringen en de tweedracht die dat rijk verdeelden, waren de verspreide overblijfselen der Grieksche School doorkneed met Romeinsche traditiën en steeds aan Aziatischen invloed blootgesteld, nog sterk genoeg om in al hare kunstwerken dat fijne en beredeneerde gevoel der proportiën weer te geven. Hierin is vooral opmerkelijk dat de kunst, zooals die zich in het Oosten en in egypte ontwikkeld, en waarin de Grieksche geest wordt teruggevonden, nooit iets verwerpt, nooit tot de vroegere tijden terugkeert; wat bestaat wordt gehandhaafd en verbeterd.
Sinds de laatste tijden van het Romeinsch keizerrijk vindt men in een zelfde ordonnantie den platten band (architraaf) en den boog niet meer te zamen voorkomen. Nog onder de heerschappij van het keizerrijk hadden de Grieksche artisten den boog onmiddellijk op de kolom geplaatst, doch steeds de Romeinsche half-cirkel boog met zijn concentrisch lijstwerk. De aanzet van die bogen breeder dan de diameter der kolom, is oorzaak van de verbreeding der kapiteelen. Op de slanke Corinthische kolom moest die half-cirkel boog noodzakelijk plat gedrukt en zwaar schijnen, maar het was toen een nieuw denkbeeld dat op eene juiste beredeneering rustte. Onder meesters die feitelijk slechts barbaren vol grootschheid waren, misten de Grieksche artisten den tijd om de quintessence der verhoudingen te zoeken. Onder keizer hadrianus hadden die pogingen misschien eenige uitwerking gehad, maar onder diocletianus waren zij slechts verloren tijd geweest. Na de opkomst van den islam stonden de overblijfselen der Grieksche school voor andere barbaren die hun eene grootere vrijheid lieten, omdat zij zelf op het punt van kunst, noch smaak noch voorkeur hadden. Het Grieksch gevoel voor de verbetering in den vorm en de proportiën kon dus de overhand nemen. De architecten trachtten toen den boog en de kolom te vereenigen, zij zochten andere boogrondingen dan die van den half-cirkel boog en dikwijls zien wij dat dit zoeken met de schoonste gevolgen bekroond werd.
In het jaar 21 der hegira (64 na chr.) werd de moskee van amrou te kaïro opgericht. Men zal zich herinneren dat, na de inneming van alexandrië, omar op het herhaald verzoek van philopon vroeg, de bibliotheek te sparen. De khalief antwoordde echter: „Wat in die boeken voorkomt is, òf in overeenstemming, òf in tegenstelling met het boek gods. Als zij er mede overeenstemmen zijn zij overbodig en is de koran voldoende; als zij er mede in tegenstelling zijn, moeten zij vernield worden.” De boeken werden dus verbrand maar de moskee van amrou te kaïro werd slechts gebouwd door Grieksche artisten, die een schuilplaats in egypte gezocht hadden; zij werd zelfs opgericht met marmeren kolommen die van de groote Romeinsche gebouwen afkomstig waren. Deze moskee bestaat uit een zuilengang om een ruime middenplaat opgericht. [1]

wordt vervolgd.

  1. Zie het werk van coste over de gebouwen van kaïro.


in de la­ken­hal te lei­den. KEU­ZE TEN­TOON­STEL­LING VAN NE­DER­LAND­SCHE MO­DER­NE KUNST­NIJ­VER­HEID.

Hhoewel geen volledig beeld gevende van den tegenwoordigen stand van zaken op dat gebied, zijn op deze tentoonstelling toch allerlei Technieken vertegenwoordigd, zoodat de kenner eenigermate in staat is, om door vergelijking den voortgang na te gaan der meer zuivere begrippen in het ambacht; hier te lande nog slechts door enkelen voorgestaan en in hun geheelen omvang goed begrepen.
Hoe prijzenswaardig ook de bedoeling van de bepaling in het programma „de ingezonden voorwerpen moeten een modern karakter dragen en vrij zijn van navolging van andere stijlen,” is daarin toch een der oorzaken gelegen, waardoor op deze tentoonstelling de mogelijkheid ontbreekt van een algemeen overzicht op de wordingswijze der meer krachtige ontwikkeling van den laatsten tijd.
Volgens de opvatting daaromtrent uitgedrukt in eene bij de opening dezer tentoonstelling gezonden circulaire, was dit te doen zien niet de bedoeling van de inrichters en zien z ij de spoorslag tot, zoo niet, de bron van de ontwikkeling hier te lande geheel in die van engeland. Dat deze opvatting minder juist is en slechts alleen te verdedigen bij een oppervlakkigen blik op den gang van zaken, is uit het nu tentoongestelde niet geheel aan te toonen, doordat er veel is dat werkelijk alleen gedragen wordt door die zekere liefhebberij voor vormen, welke deze meening schijnen te rechtvaardigen.
Voor een juist begrip van wat de grondslag is voor ons handwerk in de toekomst, dient gezien te worden, dat er neven deze bijna geheel modieuze richting, sinds lang groeit eene meer aan ons ernstig volkskarakter geëigende vormenspraak, die gedragen door slechts enkelen, nog wel heel wat tijd zal noodig hebben om tot volle ontwikkeling te komen en tegen de modestrooming in erkenning te erlangen; maar daarom juist een taai leven verzekerd is.
Om nu in het kort de aanwezige voorwerpen na te gaan, kan worden begonnen met wat het eerst als gebruiksvoorwerp uit de behoefte voortkomt, het meubel (architectuur is door slechts één enkele inzending vertegenwoordigd en de kleeding ontbreekt geheel.). Bij den ingang staan geëxposeerd een tafel en een bank met lederversiering, naar teekeningen van den heer loebèr, gemaakt door l. van dee,