Den 31 en maart jl. trad de Heer h. p. maas geesteranus, Ingenieur der H. IJ. S. M., voor de Afdeeling „Amsterdam” der Technische Vakvereeniging als spreker op met het onderwerp „de Telefoon.”
Spreker schetste het ontstaan van de telefoon en de leer der geluidsgolvingen; ging in het bizonder na de ontwikkeling der microfonen om over te gaan tot de beschrijving van grootere telefooninslallaties, voornamelijk die der Gemeentelijke Telefoon te amsterdam.
Ter verduidelijking van het gesprokene werden series van lichtbeelden met den sciopticon geprojecteerd en waren op verschillende punten der zaal toestellen aangebracht, waarmede proeven werden genomen; eene uitgezochte collectie van onderdeelen als batterijen, kabels, kleppenkasten, enz. was eveneens opgesteld.
Met groote belangstelling volgde de vergadering sprekers boeiende en leerzame voordracht en gaf tenslotte met een krachtig en herhaald applaus hare groote ingenomenheid met het gehoorde te kennen.
Naar aanleiding van bovenstaande rede werd den Heer Directeur der Gemeentelijke Telefoon, die ter vergadering aanwezig was, voor de leden vergunning verzocht tot het bezichtigen der telefoon-bureaux; deze vergunning werd bereidwillig gegeven.
Den 14en april had het bezoek aan de telefoon-bureaux plaats, waarbij de Heer walter, Ingenieur der Telefoon, de leden rondleidde en van alles de gewenschte verklaring gaf. Vooraf had genoemde Heer in het vergaderlokaal der vereeniging het een en ander omtrent hetgeen straks gezien zou worden, den leden verduidelijkt.
VEREENIGING „DE FRIESCHE BOUWKRING” TE LEEUWARDEN.
vergadering van 20 april 1897.
De voorzitter, de heer w. c. de groot, deelde na opening en lezing der notulen mede, dat de vergadering niet vroeger plaats kon hebben, omdat de Jury der prijsvragen niet eerder gereed was.
Een droevige plicht had de voorzitter thans te vervullen. Onze ondervoorzitter, de heer j. r. nijdam, architect alhier, was niet meer. Een schrijven van de weduwe meldde ons den plotselingen en zeer onverwachten dood. De heer nijdam was een verdienstelijk en werkzaam lid, altijd bereidwillig om zijn hulp te verleenen. Het bericht, dat zoo onverwachts kwam, deed allen ten zeerste aan. Het bestuur hoopte de laatste eer aan hun oud-medebestuurder te bewijzen, terwijl een brief van rouwbeklag verzonden zou worden.
Namens de vereeniging tot bevordering der Bouwkunst te groningen waren ontvangen eenige programma’s van eene nationale prijsvraag voor een salonameublement, voor rekening van den heer j. a. huizinga aldaar. Ze werden ter beschikking van de leden gesteld. Als gewone leden werden aangenomen de heeren j. h. lijfring en l. slauerhoff en als buitenlid de heer j. k. v. dijk van blija. Thans trad als spreker op de heer h. scholtens, opzichter der Rijkswaterstaat te huizum, met het onderwerp: „Een belangrijk werk aan het Merwede-kanaal.” Spreker behandelde achtereenvolgens het doel, de samenstelling en de uitvoering van den bouw van een der belangrijkste en zeker het eigenaardigste der bouwwerken van het kanaal ter verbinding van amsterdam met de Merwede, nl. de groote grondduiker of siphon te zeeburg bij amsterdam, waaraan spreker het voorrecht had mede te werken.
Alvorens hiertoe over te gaan verklaarde de heer scholtens in het kort, waaraan het Merwedekanaal zijn ontstaan te danken had, waarna hij eene beschrijving van dit kanaal gaf en iets verhaalde van de eigenaardige moeielijkheden, welke men ondervond, en de middelen, welke men ter bestrijding hiervan aanwendde.
Hierna ging spreker over tot de behandeling van het eigenlijke onderwerp. Hij wees op de bestemming van de syphon en gaf eene beschrijving van het geheel, bestaande uit 2 hoofden en 9 ijzeren kokers onder het kanaal. We kregen vervolgens een kijkje van de moeilijkheden, waarmede een waterbouwkundige te strijden heeft. Op onderhoudende wijze werd eindelijk de bouw van de syphon verhaald en hoe men alle bezwaren te boven kwam. Een en ander werd door teekeningen en schetsen verduidelijkt.
Met zeer veel aandacht was de lezing gevolgd en de voorzitter was de tolk van allen als hij den heer scholtens hartelijk dank zei voor het geleverde.
In de pauze werden de ingekomen antwoorden op de prijsvragen bezichtigd.
Daarna werden de verschillende rapporten voorgelezen. De Jury van de prijsvraag voor de bebouwing van een terrein met burgerwoningen had een drietal ontwerpen te beoordeelen, maar geen werd waardig gekeurd om bekroond te worden. Aan motto Studie, inzender de heer j. boorsma van weidum, werd 25 gld. als belooning overhandigd en aan motto Teekenhaak met driehoek (geteekend), inzender de heer j. kok van wirdum, 15 gld. Het eenige ingekomen antwoord voor de beschildering van een plafond, kon mede niet bekroond worden, maar het werd een belooning toegekend van f 10. De inzender was de heer tj. tjeerde van workum. Een en ander werd door den voorzitter met gepaste woorden overhandigd.
Eindelijk behandelde de heer j. v. d. wal gzn. de vraag: „Zijn er ook bezwaren verbonden aan het verven van portland-cement?” waarna de voorzitter deze goed bezochte laatste vergadering van dit seizoen sloot.
— Door Z.Ex. den minister v. W. H. & N. zijn o.m. de navolgende commissiën benoemd tot het bijeenbrengen van zaken voor de in 1900 te parijs te houden Tentoonstelling.
Groep I (Education et enseignement).
tot lid en voorzitter:
de heer mr. n. g. pierson, lid der Centrale Commissie,
bovengenoemd,
tot leden de heeren:
c. j. eggink, Inspecteur der Gymnasia
te ’s gravenhage,
dr. a. borgman, Directeur der Nederlandsche school voor Nijverheid en Handel
te enschede,
f. b. löhnis, Inspecteur van het Middelbaar Onderwijs, belast met het toezicht op dc landbouwscholen
te ’s gravenhage,
dr. d. de loos, Directeur der Hoogere burgerschool
te leiden,
w. b. g. molkenboer, Directeur van de Rijks-normaalschool voor teekenonderwijzers
te amsterdam.
Groep II (Oeuvres d’Art).
tot lid en voorzitter:
de heer h. w. mesdag, lid der Centrale Commissie
voornoemd,
tot leden de heeren:
dr. p. j. h. cuijpers, Architect der Rijksmuseum-gebouwen
te amsterdam,
bart van hove, beeldhouwer, voorzitter der Maatschappij „Arti et Amicitia”
te amsterdam,
josef israels, kunstschilder, voorzitter der Hollandsche Teeken-Maatschappij
te ’s gravenhage,
h. w. jansen, kunstschilder, ondervoorzitter der Maatschappij „Arti et Amicitia”
te amsterdam,
p. de josselin de jong, kunstschilder
te ’s gravenhage,
j. maris, kunstschilder
te ’s gravenhage,
willy martens, kunstschilder, Secretaris van het Schilderkundig Genootschap „Pulchri Studio,”
te ’s gravenhage,
c. muysken, voorzitter der Maatschappij tot bevordering der bouwkunst
te amsterdam,
ph. zilcken, kunstschilder
te ’s gravenhage.
Groep XII (Décoration et mobilier des édifices publics et des habitations).
tot lid en voorzitter:
de heer s. j. graaf van limburg stirum, lid der Centr. Comm.,
bov.gen.
tot leden de heeren:
a. le comte, Oud-leeraar aan de Polytechnische school
te delft,
th. g. schill, Civiel en bouwkundig Ingenieur
te amsterdam,
e. von saher, Directeur der school voor kunstnijverheid
te haarlem,
f. k. l. sluyterman, leeraar aan de Polytechnische school
te delft.
BERICHTEN.
— Op de door de vereeniging bouwkunde en nijverheid te harlingen uitgeschreven prijsvraag voor het ontwerp voor een bad- en zweminrichting zijn ingekomen 5 antwoorden, onder de motto’s: Zeebad, Houtconstructie, Zeezicht, Noordzee en Cirkel (geteekend).
— Ons wordt medegedeeld, dat de openingsdatum van de Wereldtentoonstelling te Brussel eenige weken is uitgesteld, zoodat er nu meer tijd ten goede komt aan de inrichting van de afdeeling Bouwkunst.
— Deze week werd ons toegezonden een brochure van de heer frans anderheggen jr. en l. s. neumeyer jr., uitgegeven in verband met de concessie-aanvrage voor den aanleg van een electrische trambaan ter verbinding van amsterdam met zandvoort. Deze brochure is dan ook getiteld: Amsterdam-Zeebadplaats. In zeer beknopten vorm is het plan toegelicht dat zeker voor een groot gedeelte van het jaar zal voorzien in de behoefte om op eenvoudige en vlugge manier, de omstreken van haarlem en zandvoort te bereiken, op het omslag en de achterzijden van de tekstbladen van deze uitgave zijn telkens niet zeer gelukkige plaatjes gedrukt, die de door dezen aanleg veranderde stadsgedeelten aanlokkelijk moeten voorstellen.