In de Amsterdamsche raadsvergadering, waar het adres werd behandeld betreffende de, uit de couranten zeker reeds welbekende, kwestie over het al of niet handhaven van de verordening op het bouwen, met betrekking tot het volgens deze verordening te hoog gebouwde perceel van de firma bahlman aan den nieuwendijk, zijn enkele dingen gezegd, waaruit voor hen die het nog niet wisten, ten overvloede blijken kan hoe het met de algemeene inzichten betreffende architectuur gesteld is, ook bij hen die als vertegenwoordigers van de gemeente, te oordeelen hebben over het toestaan van het bouwen van zekere inferieure producten. Deze discussies gaven p. l. t. aanleiding in zijn raadsoverzicht in de Telegraaf het volgende te schrijven:
..... „Nu, over den smaak valt niet te twisten, en het genot van deze dingen fraai te vinden zij den heeren van harte gegund.
Er was eene uiting in de discussie die mij eene opheldering van lang onbegrepen dingen was. De heer schut (d.) zeide zoo ongeveer: och, dat gebeurt vaak, als zoo’n gevel klaar is, en hij is wat strak, dan zet men er een versiering op.
Nu begrijp ik het aspect van vele nieuwe straten, welker silhouet, zooals het tegen de lucht staat, mij, wat de diepe gedachte er van aangaat, altijd een raadsel was. Men begint maar te bouwen, en staat het wat strak, wel, men slaat het stalenboek der versieringen op, beitelt er een stuk of wat,
en Kees is klaar.
Het recept munt uit door eenvoud, en de bedoeling van menig loos topgeveltje, wèl bevestigd met ijzeren stangen, zal nu den lezer zoo klaar als een klontje zijn. ’t Zou anders zoo drommels strak zijn! Schijnt het nu al dat de heer schut niet bij viollet-le-duc is ter schole gegaan, hij is toch ten slotte een der menschen aan wie amsterdam nu is overgeleverd, en wij moeten zijn oordeel over de fraaie bouwkunst wel boekstaven en onthouden. .....
De heer blooker bleef op zijn stuk staan, maar met hem stemden alleen de heeren den hertog, gerritsen, van hall, pouw, van gigch, van lennep en p. nolting tegen de motie. De groep blijft stevig staan om lange jaren te getuigen van de slapheid van den Amsterdamschen Raad en te herinneren dat, toen mr. vening meinesz zes jaren burgemeester was, het recht niet voor allen gelijk was in amsterdam.
AAN HET BESTUUR VAN HET GENOOTSCHAP ARCHITECTURA ET AMICITIA. | beoordeeling van de antwoorden, ingekomen op de schetsprijsvragen 1897, no. iii en iv. |
iii. ontwerp voor een omslag om de leescirkel-portefeuille van architectura.
Ingekomen zes antwoorden:
1. | Motto | Schets. | 4 | motto | Bloem. | |
2. | „ | Violette. | 5 | „ | N o. 1 2. | |
3. | „ | M. | 6 | „ | C. |
Zooals uit de bereids bekend gemaakte conclusie blijkt, is de bekroning over de drie laatstgenoemde ontwerpen gelijk verdeeld, niet zoozeer echter omdat deze ontwerpen in alle opzichten gelijke waarden vertegenwoordigen, alswel omdat elk dezer ontwerpen door verschillende daarin aanwezige, onderling verschillende kwaliteiten, eenige verdienste bezit.
Motto C is goed geteekend, het voor- en achterblad van elkaar gescheiden, vrij goed geplaatste letters en versierd met ornament, dat weinig voor het doel geschikt is.
De verdienste van n o. 12 is in hoofdzaak gelegen in de opvatting als versiering van een omslag, voor- en achterblad ook daardoor aan elkander verbonden, het resultaat echter — met onaangenaam snijdende en kruisende lijnen is weinig gelukkig te noemen.
Motto Bloem, niet vrij opgezet, over beide bladen doorloopend ornament, dat op zichzelf eenige verdienste bezit en ook het binden goed uitdrukt, is echter meer geschikt als teekening voor ijzerbeslagwerk; de letters zijn door de versiering onleesbaar, slecht geplaatst en onlogisch van vorm.
Motto M. aan het vorige verwant, blijkbaar van denzelfden vervaardiger, heeft dezelfde verdiensten en gebreken.
Motto Violette, is op eenvoudige manier met goeden wil geteekend, de kleur, paars op grijs, heeft meer dan een der anderen een zekere aantrekkelijkheid, als omslagversiering is deze teekening minder gelukkig, een fout is het de letters over een andere versiering, zooals hier ’t St. Lucaswapen, heen te teekenen.
Motto Schets is meer een carricatuur dan een pogen in goede richting te noemen, wanneer op de hier gevolgde manier ornament wordt ontworpen, dan dienen de gewone eischen voor zulk werk in het oog te worden gehouden, harmonie en juiste plaatsing zijn en blijven natuurlijke wetten.
1. | Motto | Hout. |
2. | „ | ’t Kon beter. |
3. | „ | Driehoek (get.) |
Een van de eerste eischen bij het aanbrengen van een verandah, nl. de verlichting van de daaronder en daarachter gelegen vertrekken, is door den ontwerper van motto „Hout” maar eenvoudig over het hoofd gezien, eveneens is aan de teekeningen niet te zien dat de vervaardiger zich veel rekenschap heeft gegeven van den aard van het materiaal, hoewel hij hout als motto heeft gekozen. Alle teekeningen zonder een enkel verduidelijkend detail op zeer slordige wijze uitgevoerd wijzen er op, dat de vervaardiger in het geheel niet inziet dat voor bouwkundige samenstellingen allereerst moet worden getracht naar eenvoudigen vorm en dat de uitdrukking daarvan geëvenredigd daaraan moet worden verzorgd.
De vervaardiger van motto „’t Kon beter” verkeert, wat ingewikkeldheid betreft, eenigermate in hetzelfde geval, hoewel hier met meer kennis van zaken is gearbeid en ook blijkens het motto met meer zelfkennis. In tegenstelling met het vorige ontwerp waaruit weinig liefde voor het werk blijkt, kan hier de overmatige arbeid worden betreurd die besteed is voor een minder goed resultaat. Op zes teekeningen zijn de verschillende aanzichten, doorsneden en details afgebeeld, een werk dat wanneer de hoofdopvatting zuiver was, zeker zeer prijzenswaardig mag heeten, omdat het blijk geeft van de aanwezigheid van het besef dat elk uit te voeren onderdeel te voren moet worden overdacht en van alle kanten bezien; nu doet het de gebreken te meer aan het licht komen. Ter wille van den vorm der overdekking is de lichtopening van de achter de verandah liggende kamer ong. 1.30 meter onder het plafond aangebracht; deze overdekking door naar alle zijden uitgezaagde en bewerkte spantjes gedragen biedt ruimschoots gelegenheid voor vuil en vogelnestjes; de geheele houtbewerking, uitgezaagde plankjes, gestoken profielen, op karbeels overstekend dak – is zoo zeer overladen als in geen geval aan een onderdeel als dit, gewettigd is. De samenstelling is op vele plaatsen, bijv. aan de kozijnen, zeer slecht, de gevraagde steenen onderbouw, is hier opgelost, door onder den houten ligger, als standvorken bewerkte hardsteenen stijltjes te plaatsen, die elk met twee ijzeren ankers aan het fundeeringsmetselwerk zijn bevestigd. Aan de details die zeer verdienstelijk van alle kanten zijn bekeken komen de gebreken van de houtbewerking aan het licht, het teekenwerk dat overigens verdienstelijk is, is hier zeer slordig, vooral ook door het overal doortrekken van lijnen en profielen, waar allereerste eiseh is duidelijkheid door eenvoudige teekening.
Motto Driehoek heeft geen der hiervoor genoemde gebreken; hier is eenvoudige duidelijkheid betracht en een goed uitvoerbaar ontwerp bereikt; eenige zaken zijn echter verwaarloosd; zoo is bijv. de verlichting van keuken en gang niet voldoende opgelost, de wijze waarop de vensteropeningen onder en boven zijn overdekt is niet aangegeven; te meer was dat noodig geweest daar vloer- en kopbalkjes direct boven deze kozijnen in de muren dragen.
amsterdam, juli 1897. |
(get.) h. g. jansen. w. kromhout. k. de bazel, Rapporteur. |
— Het vakblad „de Timmerman” Orgaan van den algemeenen Nederlandschen Timmerliedenbond, is met het eerste nummer van den 8sten jaargang in vergroot formaat verschenen. Vele vakbladen worden den laatsten tijd vergroot en uitgebreid, een bewijs dus dat de arbeidersorganisaties steeds in kracht vooruitgaan.
— B. en W. van haarlem vragen den Raad een crediet van f 5200, om aan te koopen en af te breken de huisjes staande aan de Oostzijde van de vleeschhal op de groote markt, wijl die huisjes een misstand zijn en brandgevaar opleveren.
— De heeren anderheggen en neumeyer te amsterdam hebben den Raad te haarlem concessie gevraagd voor een electrische tram Amsterdam—Haarlem, met een zijlijn naar Spaarndam, Sandpoort, Velzen en IJmuiden.
Opz. | Teeken., | leeft. | 21 | jaren, | verlangd | salaris | f | 65 | p. | maand |
„ | „ | „ | 25 | „ | „ | „ | „ | 85 à 90 | „ | „ |
„ | „ | „ | 23 | „ | „ | „ | „ | 60 | „ | „ |
„ | „ | „ | 30 | „ | „ | „ | „ | 60 à 80 | „ | „ |
„ | „ | „ | 23 | „ | „ | „ | „ | 80 à 90 | „ | „ |
Opz. of Uitv. | „ | 43 | „ | „ | „ | „ | 60 à 70 | „ | „ | |
„ | „ Tekenaar | „ | 28 | „ | „ | „ | „ | 80 à 90 | „ | „ |