Pagina:Architectura vol 005 no 035.djvu/3

Deze pagina is proefgelezen
28 Augustus 1897.
161
ARCHITECTURA.


is men er nog druk bezig met bustes van casimir périer, indertijd besteld voor stadhuizen en ambassades, toen deze staatsman president was. Maar toch werkt men reeds even hard aan die van felix faure, zekerlijk bestemd voor dezelfde officieele gebouwen.
En of nu de stukken gedraaid, gegoten of gemouleerd zijn, altijd komen er foutjes en barsten, soms nauwelijks zichtbaar, maar die de fabriek, om haren naam hoog te houden geheel moet laten verdwijnen. Verscheidene reparateurs zijn hiermede belast. En zij doen dit met zeer veel talent, zoodat men ze wel op gelijken voet met de artisten, beeldhouwers en schilders van de fabriek mocht plaatsen. Niets mag aan hun geoefend oog ontsnappen. Zij stoppen de gaatjes, maken de gietnaden weg en brengen beeldwerken tot den uitersten graad van voltooiing. Ook zetten de reparateurs apart vervaardigde deelen aan elkaar.
Hoe die stukken nu ook zijn vervaardigd thans zijn zij geschikt om dat transparante email te ontvangen, dat aan de voorwerpen zulk een eigenaardige bekoring geeft. Maar alvorens, gaan zij in een klein vuur ’t welk dient om meer stevigheid te geven en ook noodig is voor sommige bewerkingen als graveeren en anderszins.
Het vuur speelt in de porcelein-industrie een groote rol. Door de werking van een meer of minder gloeiend vuur springen en vervormen de meest zorgvol geprepareerde voorwerpen en loopen kleuren in elkaar.
Een oplettend en zorgvuldig nagaan der vorderingen door de vlammen gemaakt is noodig. De erkende onmogelijkheid afwisselend in een oven een zacht of wel een gloeiend vuur te ontsteken maakt het hebben van twee ovens, een voor de groote en een voor de kleinere vuren, noodzakelijk. Te sèvres is men er in geslaagd deze beide ovens dusdanig te combineeren, dat zij als het ware slechts een vormen. De groote klokvormige van vuurvaste steen gebouwde oven die gelijkvloers is aangebracht, vormt op de eerste verdieping een kleinere globeoven.
Het is in deze globe, slechts door de vlammen gelekt zonder dat zij er in komen, dat de voorwerpen even doorgebakken worden om dan gereed te zijn voor het emailleeren.
De samenstelling van dit email is evenmin als die der pâte een geheim. Te sèvres zijn voor het opbrengen van het email drie methodes in gebruik, door indompeling, door bespuiting en door het smelten van opgebrachte stoffen.
Alvorens tot het emaileeren te kunnen overgaan, dienen de voorwerpen zuiver schoon te zijn, daartoe worden zij ter voorkoming van het inademen van stof door middel van lucht afgestoft, in een alleen daarvoor bestemde zaal, door jonge meisjes, die heel eigenaardig het hoofd in tule hebben gehuld.
Het schoonmaken gaat op deze wijze zeer snel en men is beter verzekerd, dat niets onreins is achtergebleven.
Van de drie reeds genoemde systemen van emailleeren is het laatste het minst gebruikelijk. Het bestaat hierin, dat men gedurende het bakken chemische stoffen in de ovens laat verdampen die dan op de voorwerpen neerslaan en zoodoende het laagje vernis vormen.
De courante stukken worden alle door indompeling geëmailleerd. Ouvrières brengen de stukken naar een emailleur die, met een merkwaardig vaardige hand, borden en schotels juist gedurende dien tijd, noodig om het email te doen hechten, onderdompelt. Na dit bad worden door ouvrièretjes luchtblaasjes zoo die er zijn of onbevochtigde plekjes met een penseel bijgewerkt.
Bijna schijnt het technisch onmogelijk de groote en zware stukken geheel en al op dezelfde wijze te behandelen. De onzekere resultaten zouden toch de kosten niet dekken. Op welk manier, gesteld altijd dat men ze kon onderdompelen kon men ze die indompeling laten ondergaan die snel en met vaste hand uitgevoerd, alles met eenzelfde laag email doet bedekken?
Maar toch vroeger wist men geen ander middel. Doch een nieuw procedé tegelijker tijd practisch en goedkoop en dat toch schitterende resultaten geeft, heeft het oude moeilijke onderdompelen vervangen. De vaas die geëmailleerd moet worden, is op een gewonen beeldhouwersstoel geplaatst en wordt door een werkman al naar noodig is gedraaid. Een andere werkman is gewapend met een vaporisator gevuld met email en die door middel van luchtdruk werkt. Deze heeft nu slechts den fijnverdeelden straal email op de goede plaats te richten. Het email zet zich prachtig vast en de voordeelen van deze wijze van werken zijn groot als men berekent dat hetzelfde stuk dat nu 2 kilo email vraagt bij de vroegere indompeling 100 kilo’s verslond. Het emailleeren met de vaporisator brengt nog andere voordeelen aan: men kan de laag op de eene plaats zwaarder maken dan op de andere en dit wordt voor kleureffecten soms gevraagd.
Alle stukken die te sèvres worden afgeleverd zijn niet geëmailleerd. Een groot aantal blijven wat dof. Men noemt dat „biscuit.” De hiervoor gebruikte pâte is desnoods nog fijner en zij worden met oxideerende vuren, dat wil zeggen ovens zonder vuur of rook, gebakken.

wordt vervolgd.

BOEKEN.

De laatste studio-aflevering bevat:

1o. Een levensgeschiedenis van den Italiaanschen schilder g. segantini met afbeeldingen naar zijne werken.

2o. Een artikel over „De kunstnijverheid in Amerika; The Tiffany glass and decorative Co., door cecilia waern.”

3o. Over tuinbouw, met beschrijvingen van sommige tuinen in schotland door j. j. joass.

4o. De internationale kunst-tentoonstelling te münchen.

De revue de l’art chrétien bevat:

1o. De „Cosmati en de kerk van st. maria te civita castellana,” door g. clausse, architect.

2o. Vervolg van „Fra Giovanni Angelico da Tiesole” met afbeeldingen.

3o. Reliques de Constantinople, vervolg en slotartikel door f. de mely.

4o. De muurschilderingen der collegiale kerk van st. gertrudis te nivelles, door edgar de prelle de la nieppe.

5o. Mengelingen waaronder:

a. Eenige Gothische monumenten in griekenland.

b. Het beeld der drievuldigheid te olonne (vendee).

c. notre-dame de la pesne (bij de kathedraal van angoulème.)

d. Bibliografie met eene beoordeeling van het boek van g. maspero. „Histoire ancienne des peuples de l’Orient Classique.”

d. II. „Les premières mêlées des peuples,” waarbij eenige reproducties van afbeeldingen, in het boek voorkomende, gevoegd zijn.

e. Kroniek, waaronder „La manifestation cuypers, en hollande et en angleterre.” Met een uitvoerig verslag dezer feesten. De heer jules helbig voegt daaraan toe:

De Revue de l’art chrétien vereenigt zich van harte met de bewijzen van eerbied en de gelukwenschen, die den bekwamen Hollandschen architect te beurt vielen.
„Gedurende zijne lange, bijzonder vruchtbare loopbaan, die — zooals wij durven hopen — nog lang duren zal, was dr. cuypers met het potlood, zoo