Pagina:Arnhemsche Courant vol 058 no 5326.djvu/2

Deze pagina is proefgelezen

Maar wat bewijst men met dit alles? Dat het veel verstandiger is voortaan geene millioenen meer aan onze zeeweringen, waterverdedigingen enz. enz. ten koste te leggen, omdat wij toch niet kunnen verhoeden dat het water ons overstelpt en van tijd tot tijd stukjes land annexeert? Integendeel; om het land tegen de aanrandingen van zee, rivieren, ijsgang enz. te verweren hebben wij onze millioenen gaarne over, en om het land tegen aanrandingen van onze buren, annexatien, requisitien, verbeurdverklaringen en al de rampen van oorlog en veroveringstogten te verweren, om ons weerbaar te maken en te houden, hebben wij ook de millioenen, voor eene deugdelijke landsverdediging benoodigd, gaarne over.


Binnenland.



ARNHEM, 3 Mei.



Naar wij vernemen, is de generaal-majoor Jackson, bevelhebber in de 3de militaire afdeeling, alhier, door Z. M. den Koning met het grootkruis van de orde van de Eikenkroon begiftigd.



* De Regtbank heeft gisteren uitspraak gedaan in de zaak van den persoon, die in een koffijhuis te dezer stede aan een ander, naar aanleiding van een politieken twist, een klap had gegeven en ten gevolge daarvan een ligte verwonding had toegebragt. — De beklaagde is veroordeeld tot een geldboete van ƒ 50, bij niet-betaling na aanmaning te vervangen door een gevangenisstraf van 7 dagen.



La Dame Blanche van Boiëldieu is zeker een der meest populaire opera’s, waarvan de melodien zelfs tot volksdeuntjes zijn verwerkt. Zij heeft ook dit voor, dat een klein personeel haar kan opvoeren; drie of vier goede artisten zijn voldoende, en daar het tooneelgezelschap van den heer Vanswieten deze bezit, kon men vooraf zeker zijn, dat de op gisteren aangekondigde opvoering succès zou vinden. Dit is dan ook het geval geweest, en algemeen was de bijval van het publiek. De tenor, de heer Geuse, is niet sterk, maar hij heeft een fraai geluid, en wanneer hij en train is voldoet hij meer en meer. De dames Danis en Vronen waren uitmuntend gisteren avond, vooral eerstgenoemde, terwijl de heer Vanswieten eveneens bijzonder voldeed. De duo’s en trio’s waren zeer verdienstelijk, en het koor van dit opera-gezelschap zingt niet valsch, eene eigenschap die niet alle koren bezitten. Zij, die de rol van Marguérite vervulde, is eene goede actrice; hare stem is zuiver, maar — zoo het hare schuld al niet is, dat haar ligchaamsbouw zich zoo weinig prêteert voor het tooneel; de schuld van het publiek is het evenmin, zoo het dit niet aangenaam vindt. Het orkest komt slechts lof toe voor de wijze, waarop het instrumentale gedeelte werd uitgevoerd.
Van het voorstukje une mauvaise nuit est bientôt passée, kunnen wij slechts zeggen, dat het gelukkig niet in het hollandsch werd opgevoerd. Op de wijze van opvoering hebben wij geene enkele aanmerking; het werd zoo goed gespeeld als men maar wenschen kon, maar de positie der hoofdpersonen is van dien aard, dat wij ze volkomen ongeschikt achten voor het tooneel.
Met genoegen vernemen wij, dat aanstaanden dingsdag les Dragons de Villars zullen worden opgevoerd. Wij hopen alleen, dat de voorstelling niet zoo lang zal duren, want het wordt inderdaad te laat, ondanks de belofte, dat de voorstelling ten elf ure zal eindigen. Voor hen, die met rijtuig terugkeeren, is dit bezwaar nog grooter: zij moeten wachten tot de laatste voetganger uit het gezigt is, alvorens hun rijtuig voorkomt. In de nabijheid van het gebouw zijn rijtuig te laten wachten, wordt ook verboden. Niettemin zagen wij aan de westzijde van het gebouw vijf of zes eigen rijtuigen. Geldt het verbod voor deze niet? Dat de politie zoodanige maatregelen neemt als zij in het belang der orde noodig acht, is goed, al dragen die maatregelen zelven niet de goedkeuring van allen weg; maar zij moet ze dan ook handhaven en geen privilegies toekennen. Moet er file gemaakt worden en mag het eerste rijtuig slechts voorkomen als de voetgangers zijn vertrokken, dan hebben wij regt te eischen, dat alle rijtuigen aan die bepaling worden onderworpen. Ook voor de politie bestaat een reglement: onpartijdigheid.



* Heerde, 1 mei. Heden werden alhier ruim 300 guste, dragtige en melkgevende koeijen aangevoerd; ten gevolge van den hoogen waterstand was de handel zeer gedrukt. Voor de weinige guste koeijen, die verkocht werden, werd slechts van 13 tot 18 cent per half kilogram bedongen, terwijl enkele dragtige en melkgevende koeijen voor ƒ 100 tot ƒ 150 verkocht werden.

De predikant uit Esch in Gelderland, die onlangs door zijn kerkeraad is aangeklaagd wegens onzedelijk gedrag, is te Utrecht in het krankzinnigengesticht opgenomen; men meent, dat hij reeds vroeger blijken van verstandsverbijstering gegeven heeft.



* Men schrijft ons uit ’s Hage:
Maandag middag jl., omstreeks drie ure, verlieten de heeren Heemskerk Az., Nierstrasz, Sypesteyn, de Casembroot, enz. de vergaderzaal der Staten-Generaal, en begaven zich naar de conservative Kiesvereeniging Vaderland en Koning, om kandidaten te stellen voor de Provinciale Staten.
Terwijl men vroeger bij het stellen van kandidaten der provinciale stemmen zich weinig of niet afvroeg, welke politieke rigting de kandidaten waren toegedaan, maar er meer op lette, of zij bekend waren met gemeente- en polderzaken, werd thans in de vergadering van Vaderland en Koning geen de minste acht geslagen op laatstgenoemde eigenschappen, maar beschouwde men de Staten alleen als machines om leden der Eerste Kamer te kiezen.
De aftredende conservative leden der Provinciale Staten: van der Heim, Verhuell en van Hoogstraten, werden op nieuw kandidaat gesteld. In plaats van den burgemeester Gevers Deynoot, en den heer mr. D. Leon, aftredende leden, werden gekozen tot kandidaten de heeren van Rijckevorssel en Polak Daniels.
De eerste is katholiek, en door dezen te stellen hopen de conservativen de stemmen der katholieken te winnen.
De tweede, de heer Polak Daniels, is even als het aftredende lid mr. D. Leon, een israeliet. De heer Leon is een onzer meest verdienstelijke leden van de Provinciale Staten; hij is een zeer werkzaam lid, zit in de meest belangrijke commissien en is zeer gezien bij zijne medeleden. Zonder iets op den heer Polak te willen afdingen, zoo zal genoemde heer zelf moeten bekennen, dat zijn geloofsgenoot Leon een uitstekend lid der Staten is, en hij Polak onbekend is met de meeste polder- en provinciale zaken; daarenboven naauwelijks tijd heeft, om zijn lidmaatschap van den gemeenteraad van ’s Hage waar te nemen, en alleen naar de Provinciale Staten wordt gezonden, om een conservatief lid van de Eerste Kamer te kiezen. Het doet ons leed, dat een gemoedelijk man, als Polak, zich leent tot zulk een stemmanoeuvre. Intusschen is het van de conservativen zeer slim om te trachten zich op zulk eene wijze van de stemmen der katholieken en israelieten meester te maken.
De liberale Kiesvereeniging de Grondwet hield heden (2 mei) haar vergadering.
De heeren Leon en Gevers Deynoot werden bij acclamatie tot kandidaten herkozen. Een aantal leden wilden ook den heer Verhuell stellen als kandidaat, omdat deze nog geen zitting had gehad als lid der Staten, en men eerbied voor het gevoelen der kiezers moest hebben, daar hij blijken van een vrijzinnige rigting had gegeven, enz.
De aftredende leden van Hoogstraten, van der Heim en Verhuell, werden niet herkozen, maar in hunne plaats tot kandidaten gesteld de heeren Maas te Scheveningen, mr. van Geuns en Godon te ’s Hage, de laatste in herstemming tegen den heer Verhuell.
Eenige leden hadden nog voorgesteld den heer mr. J. D. Mackay, maar deze keuze teruggenomen, omdat genoemde heer zijn domicilie niet heeft in deze provincie; daarenboven werden nog genoemd de heeren mr. Kappeyne van de Coppello, Lilaar (oud-minist.), van den Burgh enz.
Het is te betreuren, dat men in den laatsten tijd hier en op andere plaatsen niet meer vraagt, wie geschikt is om de provinciale belangen te behartigen, maar wel: wie zal er toe medewerken, om alleen conservative leden der Eerste Kamer te kiezen. De werkkring der Provinciale Staten wordt hierdoor miskend; maar tevens rijst de vraag, of de provinciale belangen niet vorderen, dat de grondwet op dit punt wordt herzien?
De Kiesvereeniging Noord-Brabant, in wier bestuur de heeren Luyben en van Son het orgel trappen, heeft alle aftredende leden der Provinciale Staten geweerd, die niet zuiver conservatief, clericaal en ultramontaan zijn. Voor geheel Noord-Brabant heeft die Kiesvereeniging uit den Bosch het wachtwoord gegeven, en een ware razzia onder de Provinciale Staten gehouden. Het is te hopen, dat door deze onverdraagzame handelwijze van den heer Luyben c. s. de oogen van vele gemoedelijke katholieken eindelijk zullen opengaan, en hier te lande, even als in Belgie, de katholieken zullen weigeren, om als stemmachines van de geestelijkheid en haren aanhang te handelen.



Leiden, 2 mei. Heden werd alhier tot doctor in de regten bevorderd, de heer E. W. Berg van Dussen Muilkerk, geb. te Amsterdam, na openbare verdediging van een akademisch proefschrift over »Papieronderzoek in strafzaken.”



* Diepenveen, 2 mei. Naar wij vernemen, worden er pogingen aangewend, om in deze gemeente eene bijzondere r.-k. school op te rigten; reeds moet ten dien einde voor een niet onaanzienlijk bedrag ingeteekend zijn. Ter wille der verdraagzaamheid en der goede verstandhouding, welke er thans tusschen de gereformeerden en katholieken in deze gemeente heerscht (ongetwijfeld een heilzaam uitwerksel der neutrale school), zouden wij wenschen, dat zulk eene school hier niet tot stand kwam, te meer, daar het onderwijs in deze gemeente, waarin vier scholen met een voldoend onderwijzend personeel, al zeer weinig te wenschen overlaat.
— Naar wij vernemen, worden de veenbazen in deze provincie hier en daar gedrongen de loonen der arbeiders te verheogen, daar zij anders geen voldoend aantal werklieden kunnen bekomen.

* Haren, 1 mei. Daar men beducht is, dat de Groenedijk, gelegen onder Haren (gem. Megen) waar het water zeer hoog tegen aan staat, door belanghebbenden zal worden doorgestoken, zoo is alhier, ter bewaking daarvan, aangekomen een detachement infanterie groot 30 manschappen, onder kommando van een 1sten luitenant, uit het garnizoen van het 2de regement te Grave, welke manschappen bij de landbouwers zijn ingekwartierd.



* ’s Bosch, 1 mei. Ligt de laatste hooge waterstand ons nog versch in het geheugen, thans zijn op nieuw bijna alle velden in dezen omtrek door dat verwoestend element overdekt. Verschillende dijken, zooals de Vught, Hintham, Alem, Maren en Kessel zijn doorgebroken, terwijl heden nacht, hoewel daartegen reeds eenige dagen en nachten met kracht en geweld gewerkt is, de regter Diezedijk, bij de werf van den heer Smulders, eveneens is doorgebroken, waardoor vooral Orthen eene aanzienlijk schade lijdt. Het water stroomde met zulk een geweld het ingeloopen gat binnen, dat een daar voorbij varende schipper, de Dieze willende uitvaren, hetgeen men hem had afgeraden, in een oogenblik met zijn schip tegen den grooten rijksweg werd geslagen. De schade, door dezen waterstand (vooral nu) te weeg gebragt, is zeer aanzienlijk.



Men leest in de P. N. C.
»Bij een koek- en banketbakker te ’s Bosch is een peperkoek, bestemd voor de Pius-loterij, ten toon gesteld, die als een kunststuk geroemd wordt. In het midden is een medaljon en basrelief van suiker gemaakt, voorstellende Christus met Petrus op zee gedurende een storm.”
Wij zijn nieuwsgierig, wat Tijd en Huisgezin zullen zeggen omtrent deze vermenging van geloof en suikerwerk.
Als deze bakker op die wijze aan zijn vroom gemoed lucht geeft, mogen wij de lijdensgeschiedenis van sinterklaaskoek en de dag des oordeels op een borstplaat te gemoet zien.



In den Sint Servatius-klok, die te Maastricht verschijnt, vinden wij het volgende merkwaardige tafereel uit de geschiedenis van den heiligen Fidelis.
»Een der moordenaars van den H. Fidelis vertelde eens aan een Dominé, met name Jodokus, dat hoe meer zij Fidelis sloegen en doorstaken, zijn aangezigt des te vriendelijker en schooner werd. »Dan moet de godsdienst van Fidelis de ware zijn, zeide de Dominé, want zoo sterft slechts de ware christen” en hij bekeerde zich.”
Waar »dominé” Jodokus gestaan heeft meldt de Klok niet, evenmin of hij modern of orthodox was. Dit vermindert evenwel de mate der geloofwaardigheid van dit verhaal volstrekt niet.
Verder verhaalt hetzelfde blad, dat sedert Sigmaringen, het vaderland van den heiligen Fidelis, protestant werd, protestantsche dominé’s daar zijn »neergevlogen”.
Wij onderstellen, dat dominé Jodokus, die zóó kon redeneren, ook kon vliegen en behoorde tot het ras der vliegende dominé’s, dat hier te lande nog niet bekend is.

BENOEMINGEN, enz.

Z. M. heeft benoemd tot lid der comm. van adm. over het huis van burg. en mil. verzekering te Arnhem mr. B. Brouwer, off. van just. bij de Arr.-regtb. alhier; en tot not. binnen het Arr. ’s Hertogenbosch, ter standpl. de gem. Vierlingsbeek, W. T. Hermsen, kand. not., thans griff. bij het kantonger. en lid van den gemeenteraad te Gennep; zijn hem eervol ontslag verleend als griffier bij genoemd kantongeregt.
Z. M. heeft H. D. adj., den maj. der kavall. W. C. baron Snouckaert van Schauburg, op zijne aanvrage, op pens. gesteld, en het bedrag van dat pens. bepaald op ƒ 1300.


Buitenland.



De burgeroorlog in Frankrijk.

De stand van zaken vóór fort Issy is minder gunstig voor de troepen van Versailles, dan de berigten van gisteren deden vermoeden. Het blijkt thans, dat de geheele omtrek van het fort door de insurgenten was bezet, hetgeen waarschijnlijk oorzaak is geweest, dat de regeringstroepen de kans hebben laten voorbijgaan om het fort te bezetten na den aftogt van Mégy. Toen dit niet was geschied, hadden de opstandelingen gelegenheid, om nieuwe hulptroepen uit Parijs te ontvangen, die thans den verbitterden strijd voortzetten en vechten met den moed der wanhoop. Het is waar, dat maandag ochtend de witte vlag werd geheschen op het fort, doch het is even waar, dat men het niet eens is geworden over de voorwaarden, en dientengevolge de kanonade is hervat. In den loop van den dag werd het vuur heropend uit de batterijen van Bas-Meudon, van Breteuil, van la Sablière en Moulin de Pierre; de insurgenten antwoordden van de barricaden, die in grooten getale tusschen Issy en Parijs zijn opgeworpen. Ook het fort, waar eenige van de vernagelde stukken waren hersteld, gaf weder teekenen van leven; terwijl het station van Clamart als naar gewoonte één van de gevaarlijkste punten was voor de belegeraars.
De strijd was het hevigst aan de zijde van het park van Issy, waar eene belangrijke troepenmassa der insurgenten, men zegt 15,000, een aanval met de bajonnet deed op de positien des vijands, met het doel om hem tot Moulineaux terug te dringen. Naar het schijnt is het hun gelukt het kasteel Issy, dat zaturdag in handen der regeringstroepen was gevallen, terug te nemen; althans een telegram uit Versailles spreekt van eene tweede verovering van het kasteel, die gisteren heeft plaats gehad; de Versaillers hebben gisteren de positie op nieuw bemagtigd, na 300 insurgenten gevangen te hebben genomen.
Terwijl dit feit dus niet meer dan een betrekkelijk voordeel mag heeten, hebben de regeringstroepen meer wezenlijk succès gehad aan de zuid-oostzijde van het fort, waar het spoorwegstation van Clamart ligt. Twee bataljons linietroepen en eene kompagnie marine-soldaten bestormden dit belangrijk punt in den vroegen ochtend van gisteren, en maakten zich meester van het station. Eenige honderden opstandelingen lieten het leven bij dit gevecht, doch de verliezen der regeringstroepen worden niet opgegeven; ook deze zijn zeker belangrijk geweest. De stand van zaken, zooals die blijkt uit de laatste berigten, is deze: fort Issy is aan drie zijden omsingeld; van het N. O. tot het Z. O. strekken zich de belegeringswerken uit, en alleen de fortweg tusschen het kasteel van Issy en het station van Clamart is nog niet in handen der regeringstroepen. Bij den desolaten toestand van het fort, is de val onvermijdelijk, doch hiermede is betrekkelijk weinig gewonnen. Vooreerst toch loopt Mac-Mahon groot gevaar, dat de insurgenten het fort in de lucht laten springen, nadat het door hen is verlaten; in dit geval gaan de batterijen, die tot op 50 meters afstand genaderd zijn, mede in de lucht. Maar ten andere: gesteld, dat het fort zonder slag of stoot wordt bezet, dan is men hiermede nog niet te Parijs; tusschen het fort en de hoofdstad ligt het dorp Issy, waar elke straat is gebarricadeerd en ieder huis opgevuld met insurgenten. Hier zal de strijd worden hervat, even wanhopig en met even weinig succès misschien, als die welke nu reeds sinds 4 weken te Neuilly wordt gevoerd; en als de laaatste barricade is genomen, dan staat men vóór de enceinte, waar men de porte d’Issy en de porte de Versailles natuurlijk gesloten zal vinden. Bovendien zal gedurende deze beweging rekenschap moeten gehouden worden met de forten Vanvres en Montrouge, het eerste van welke den vijand in den rug bedreigt.
Aan de westzijde der stad schijnt de toestand weinig veranderd, wanneer de »algemeene aanval” heeft plaats gehad, gelijk de berigten van gisteren deden vermoeden, dan heeft hij tot nu toe weinig uitwerking gehad, tenzij het berigt waar is, gisteren als een gerucht door de Moniteur verspreid, dat Dombrowski en zijn geheele staf zijn gevangen genomen. Wij merken echter op, dat dit gerucht door niets wordt bevestigd, en dat wij integendeel heden uit Parijs vernemen, dat eene offensive beweging tegen Asnières, op jl. maandag, met groot verlies is teruggeslagen.
Hoe het zij, de indruk, die alle berigten, zoowel die der Commune als die der Regering, op ons maken is, dat Mac-Mahon nog lang niet in Parijs is. De hoofdstad wordt zoo hardnekkig mogelijk verdedigd, en de nieuwe werken, die thans worden uitgevoerd, geven blijken van tact en bedrevenheid bij hem die ze ontwierp. Rossel, de opvolger van Cluseret, heeft gezorgd, dat vooreerst de stads enceinte werd verdubbeld door eene evenwijdige reeks van barricaden, maar bovendien worden in de stad drie zelfstandige fortificatiën, drie citadellen zou men ze kunnen noemen, opgerigt, met name ter hoogte van het Trocadero, aan de westzijde der stad, op de buttes Montmartre, de heuvelen in het meest noordelijke kwartier, en op de place du Pantheon, die den toegang tot de stadshelft op den linkeroever der Seine beschermt. — Waren het Pruissen, tegen wie deze werken werden opgeworpen, dan hadden zij weinig te beteekenen: met het platschieten der stad en het uithongeren der bevolking was de gewenschte uitwerking te verkrijgen; doch tot deze middelen kan en mag een fransch bevelhebber zijn toevlugt niet nemen: elke barricade en elke citadel zal afzonderlijk belegerd moeten worden, terwijl de Mont-Valérien geene diensten meer kan bewijzen, wanneer de regeringstroepen zelven binnen de stad zijn.
Mégy en Cluseret bevinden zich beiden in hechtenis. In eene geheime zitting der Commune is voorgesteld hen te fusilleren.



Zoo als men weet, zijn den 29sten de parijsche vrijmetselaars in optogt naar de avenue de la Grande Armée getrokken. Van daar hebben zich de banierdragers, elk met een ander broeder, naar de wallen begeven, en hunne banieren geplant op een afstand van honderd el van elkander verwijderd tot aan de porte Maillot. Deze afgevaardigden zijn toen met geblinddoekte oogen door de linien van Versailles doorgelaten en werden ontvangen door den generaal, (broeder) Montaudon, die twee van hen naar Versailles heeft doen geleiden. De derde werd teruggezonden met de aanzegging aan de Commune, om tijdelijk het schieten te staken. In geval het hervat werd, zouden ook de troepen weder vuur geven.
Den 30sten, zoo verhaalt le Rappel, waren de vrijmetselaars vereenigd in de zaal Dourlens, boulevard de Wagram, om het rapport aan te hooren van de twee afgevaardigden, die, op uitnoodiging van generaal Montaudon, zich zaturdag naar Versailles hadden begeven.
Die afgevaardigden waren door den heer Thiers ontvangen. Zij hadden zich van hunne zending gekweten met de gematigdheid en de waardigheid, die aan mannen der verzoening en des vredes betamen. Het hoofd van het uitvoerend bewind had op de eerste zending van de vrijmetselaars geantwoord: »dat er eenige menschen zouden omkomen, en eenige huizen zouden worden doorboord, maar dat de wet zou zegevieren.” De heer Thiers moge meenen dat hij de wet vertegenwoordigt; de afgevaardigden waren overtuigd, dat zij aan hunne zijde het regt hadden, en in dien geest hebben zij gesproken.
Na hen te hebben aangehoord, antwoordde de heer Thiers slechts met eenige korte woorden. Hij bepaalde zich tot de verklaring, dat hij niets meer te voegen had bij hetgeen hij aan de eerste commissie van vrijmetselaars had geantwoord.
Het rijtuig van generaal Montaudon, dat ter beschikking van de afgevaardigden gesteld was, heeft hen niet naar Parijs kunnen terug brengen; zij moesten, doodelijk vermoeid, te voet van Versailles terugkeeren. Het was zes ure in den morgen, toen zij de stad bereikten.
Na hot rapport der afgevaardigdeb te hebben gehoord, werden verscheidene besluiten genomen, onder anderen, dat de banieren op de wallen zouden blijven, en dat men ze des noods op alle bedreigde bastions zou planten. De vrijmetselaars zouden elkander aflossen om ze te bewaken.
Voorts werd besloten dat, in geval het schieten weder mogt aanvangen — op dat oogenblik was het gestaakt — de vrijmetselaars zich zouden voegen bij de gewapende burgers en, in dien uitersten nood, een beroep zou worden gedaan op de broeders in de departementen.
Een aantal broeders begaven zich, na het sluiten der zitting, naar de wallen om hunne banieren te bewaken; de anderen keerden in de stad terug, om later hunne medeleden te vervangen.



De demonstratie van de vrijmetselaars wordt door de ernstige leden van de Orde zeer sterk afgekeurd. De heer Hamel heeft krachtig geprotesteerd tegen dit beschikken over de instelling door zeer velen, die niet tot hare leden behooren.



De communalisten gaan met den dag verder. Personen, die zij arresteren en die weigeren terstond mede te gaan, worden gefusilleerd; op straat verkoopt men de lijst der spionnen van het keizerrijk met hunne adressen; in een hunner clubs is gestemd over het leven van den aartsbisschop van Parijs, en diens doodvonnis uitgesproken.