Pagina:Articulen van vreede met de Saramecasche boschneegers gesloten op den 19 september 1762.pdf/4

Deze pagina is niet proefgelezen

Moesienga en afgesante Tanlije
Op den 20 daaran volgende hebben de gem: Opperhoofden aan den Eerste ondergeteekende
overgeleeverd Vier Gijselaars met naame
Darien Cojo Cimbar Dosoe

Egter verklaard dat het geene Eijg soonen maar naebestaende van de Opperhoofde zijn
en dat zij die in’t vervolg teegen Eijge kinderen van Opperhoofden súllen uijtwisselen
waarna de presenten van goederen aan hen sijn overgeleeverd ook die voor de dorpen van
Parake Opperhoofd Zamzam & Matijara Opperhoofd Christoffel die absent sijn
gebleeven weegens oneenighijd met de andere en is door de gem: present sijnde aange
-noomen omme de Opperhoofde meede in de vreede te doen treeden, en door hen doen beswee
ren waarna zij aan deselve hun aandeel der presente ook súlle overgeeven dog in geval
le die daarin niet wilde treede daarvan kennis te súlle geeven, en hen als vijanden
konden beoorloogd en tot de Vreede te dwingen

Alle ’t welke wij te oorkonde bij deezen op onsen Eed certificeeren en betuijgen
/: waren get:/ Louis Nepveú, I: C: Dorig en Ioh. Dan: Ritter Sergeant.