STAATSBLAD
van het
KONINKRIJK DER NEDERLANDEN.
Wij WILHELMINA, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz., enz., enz.
Allen, die deze zullen zien of hooren lezen, salut! doen te weten:
Alzoo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenschelijk is eene nieuwe regeling van het auteursrecht vast te stellen;
Zoo is het, dat Wij, den Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:
HOOFDSTUK I.
Algemene bepalingen
§ 1. De aard van het auteursrecht
Artikel 1
Het auteursrecht is het uitsluitend recht van den maker van een werk van letterkunde, wetenschap of kunst, of van diens rechtverkrijgenden, om dit openbaar te maken en te verveelvoudigen, behoudens de beperkingen, bij de wet gesteld.
Artikel 2
Het auteursrecht wordt beschouwd als eene roerende zaak. Het gaat over bij erfopvolging en is vatbaar voor geheele of gedeeltelijke overdracht. Geheele of gedeeltelijke overdracht van het auteursrecht kan niet anders geschieden dan door middel