— 17 —
met wier hulp wij door gemakkelijke bewerkingen uit ware gegevens onfeilbare besluiten trekken, onbekende verhoudingen tot bekende maken; zoo toont ons reeds deze korte op verre na niet volledige schets hoe iedere natuurwetenschap het hare tot vorming van den geest bijdraagt.
Bedenken wij nu dat onze jeugd deze rijke bron tot geestontwikkeling grootendeels, zoo al niet geheel, mist, dan komt natuurlijk de vraag bij ons op: vergissen wij ons misschien? zijn die natuurwetenschappen wel in staat den geest op zoo krachtige wijze te vormen? is die aprioristische philologisch-historische vorming, die sedert zoo vele eeuwen de heerschende was en thans nog als bij uitsluiting hare vermeende regten handhaaft, niet veel voortreffelijker? heeft de kennis der natuur ook iets bijzonders tegen zich, hetwelk zorgvuldig moet vermeden worden?
Wanneer wij na het beantwoorden dezer vragen tot het besluit zullen gekomen zijn: de